Pompeus èn lyrisch

De Harmonie is een trouwe uitgever met een divers fonds. Naast Hans Tentije, Elma van Haren en Hannah van Wieringen bijvoorbeeld, geeft zij Elly de Waard uit, vijftien bundels, van 1978 tot nu: In die tijd die.

Elly de Waard is een nadenkende dichter, die kond wil doen van het door haar geziene, beleefde, gelezene, doordachte. De bundel bestaat uit vier afdelingen: Tijd, ruimte; Materie, aarde; Slaap, evenwicht en een Oorlogscyclus. Het begint met ‘De triniteit van Pi’, waarin wordt ingegaan op de oneindigheid van het getal:

Nooit komt het getal dat pi aanduidt –

drie komma éen, vier, één

en een etcetera tot in het oneindige –

aan bij het volgende, de vier’

in-die-tijd-die-elly-de-waardVervolgens wordt dit verbonden met ‘Processen binnen / de evolutie’, met fractalen waarbij ‘de maat / steeds op de plaats blijvend voortgaat / Dat maakt dit ruimtelijk getal / tot transcendent’. Ik heb een wiskundige (met gevoel voor poëzie) gevraagd of de beeldspraak passend is. Hij vond het nogal gezocht, pompeus en wiskundig niet erg helder. Het maakte op hem de indruk van iemand die gesnuffeld had aan de wiskunde, maar die niet helemaal had begrepen doordat zij ongelijksoortige zaken met elkaar verbindt, bij voorbeeld pi en transcendentale getallen.

Ook het volgende gedicht is beschouwend, essayistisch:

Als wij aannemen dat het heelal een

gesloten systeem is, bepaald door zijn

oneindigheid, dan zal het, zoals alle

gesloten systemen, onderhevig zijn

aan de wet van het behoud van energie

Deze stelt dat de totale hoeveelheid

stuwkracht in een geïsoleerd systeem

te allen tijde constant blijft, wat wil

zeggen dat zij niet kan worden gecreëerd

of vernietigd maar alleen worden

omgezet van de ene vorm in de andere

En zo gaat het door. Het afbreken van de zinnen – uit een natuurkundeboek? – moet leiden tot de vorm van een gedicht, maar hoewel ik toegeef dat er poëtische gedachten in deze tekst aanwezig zijn, stel ik me bij een gedicht toch iets anders voor. De poëtische gedachte is deze: ‘Analogiseren wij dit vervolgens naar / de energie die leven heet dan kan een / denkbeeld als reïncarnatie plotseling / volstrekt aannemelijk worden’.

De tekst heeft als tweede strofe de volgende – en ik vind deze behalve poëtisch ook wel geestig, omdat de dichteres de betoogtrant volhoudt.

Maar laten wij dit betoog weer tegenstrijden

met de wind, die afspiegeling van de

energie zelf, die nooit tot stof verwordt

het alleen opschudt, wegblaast, leven waait

in water en beweging in nooit van hun

plaats komende bomen – die vooral zichzelf

verandert en in vele gedaanten tegelijk

kan bestaan in de quantumverstrengeling

van zijn superpositie, multilokaal en

onsterfelijk: de wind

De betoogtrant, een beetje plechtig spreken, houdt zij vol in het titelgedicht, waarin zij woedend reageert op het stenigen van vrouwen uit naam van een zogenaamd heilig boek, of op het in stukken scheuren etc. van een slachtoffer om niets, of op ouders die elkaar zo gingen haten dat ze hun ‘engelachtige’ kinderen en zichzelf vermoordden. Woedend is zij ook in de oorlogsgedichten. Ze is aangedaan door de slachtoffers van de MH17 en het eindeloos interpreteren van wat er nu eigenlijk gebeurd is en wie er schuld heeft. Zij ergert zich aan de leugens.

Er zijn ook lyrische gedichten, vooral de gedichten die te maken hebben met bomen of andere natuurverschijnselen en natuurlijk de liefde en het verlies. De titel verwijst naar het verschijnsel dat je in een discussie pas achteraf bedenkt wat je had moeten zeggen tegen je opponent.

L’esprit de l’escalier

Steeds liep ik achter haar aan

een geur die in de kamer hing

schaduw die langs het raam verging

een deur die dichtgevallen was

waarvan de echo nog weerklonk –

een bril, opzij geschoven en vergeten

auto die niet in de garage stond

Elly de Waard is toch vooral de dichter die rommelt op de zolder van haar weten en speelt met haar ervaringen van alledag ‘en er de gekste clips van knipt’ en de dichter die aansluitend bij de actualiteit, zoals het neerschieten van de MH 17, het gedicht hierover eindigt met het obligate: ‘Hun dood is niet het einde / maar het begin / van een oneindige droefheid’.

Remco Ekkers

Elly de Waard – In die tijd die. De Harmonie, Amsterdam. 57 blz. € 15,90.