Op Facebook schrijft Ton van Reen over een opmerking in het boek Is u bekend met het alfabet? van Joris van Casteren waaruit deze week een deel werd gepubliceerd in de Volkskrant. Het boek gaat over 50 jaar Athenaeum Boekhandel in Amsterdam en geeft een niet altijd even vrolijk beeld van de snobistische boekhandelaren en op bezoek zijnde schrijvers. In een stuk over zelfingenomen schrijvers citeert Van Casteren Jan Meng:

‘Ton ging bij binnenkomst altijd op zijn knieën op de grond zitten, want de R begon ergens onderaan’, zegt Meng. ‘Om te zien of dat ene exemplaar van zijn boek nou eindelijk eens een keertje was verkocht.’

Op Facebook reageert Ton van Reen op het ‘lulverhaal’ van Jan Meng.

Wat wel waar is? Ik zat wel eens op de knieën voor hun boekenkast. Maar om heel andere reden. In 1972 ben ik, samen met mijn vrouw Corrie Zelen, begonnen met het uitgeven van de Afrikaanse Bibliotheek. In Nederland waren geen boeken van Afrikaanse schrijvers te krijgen. Ik vond ze wel in Londen en Parijs. Wij waren pioniers. Wij gaven Chinua Achebe, Mariama Ba, Ngugi wa T’hiongo en vele andere Afrikaanse schrijvers uit. En veel boeken over Afrika, van onder meer Mineke Schipper. Later samen met uitgeverij In de Knipscheer. Bij grotere boekhandels keek ik een paar maal per jaar, in afspraak met de inkopers, in de kasten na welke titels er niet waren. Zo ook bij Atheneum. Met wat wurgen bestelden ze dan de afwezige titels bij. Veel zin hadden de verkopers niet. Ooit vroeg Jan Meng: ‘Kunnen die zwartjes ook al schrijven? Ik dacht dat ze nog altijd in rieten rokjes rondholden.’ Dat was een opmerking van grachtengordelintellectueel, zo ziet hij zichzelf, Jan Meng.

Van Reen schreef een reactie aan de Volkskrant, maar die zal niet geplaatst worden zegt hij in de reacties onder zijn stuk: ‘Een brief naar de Volkskrant werd geweigerd.’

Uit de reacties blijkt ook dat het huidige klimaat in de boekhandel veranderd is:
van-reen-boekhandel