Lot of toeval

Natuurlijk weet ik dat dit boek in dezelfde vertaling (van L. en M. Coutinho) in 1967 al is uitgebracht. Maar zoals het gaat met de zichzelf herhalende geschiedenis, is het boek weer net zo actueel als bij verschijnen, terwijl het speelt in 1913. Daarom kan ik het niet laten dit verhaal (dat in 1967 zowel met de Amerikaanse National Book Award als de Pulitzer-prijs bekroond werd) onder de aandacht te brengen.

Zoals de meeste verhalen van Malamud gaat ook dit verhaal over een gewone Jood uit een arme wijk. In dit geval noemt hij zichzelf ‘de Fikser’, omdat hij leeft van het repareren van zo ongeveer alles. Meteen is de ironie natuurlijk duidelijk: niemand kan alles fiksen, en dat geldt in het bijzonder voor dit trieste karakter, zoals we nog wel zullen zien.

fikserNadat zijn onvruchtbare vrouw hem heeft verlaten, besluit hij zijn geluk te gaan beproeven in Kiev. Op een stervend paard vertrekt hij. Met het paardenlijk betaalt hij de veerman (o symboliek) en vervolgt zijn armzalige, kansloze bestaan, zijn zoektocht naar geluk. Op een dag vindt hij een man liggend in de sneeuw. Hij blijkt dronken te zijn en de Fikser brengt hem naar huis. Als dank mag hij enkele kamers in diens huis opknappen om zo in zijn onderhoud te kunnen voorzien. De man, Maximovitsj, blijkt lid van de Zwarte Honderd, een club fanatieke antisemieten. De fikser hanteert een Russische schuilnaam en verzwijgt zijn Joodse achtergrond. Hij krijgt van Maximovitsj een baan aangeboden als controleur van een steenfabriek, gelegen in een wijk waar Joden niet mogen wonen. Is dat een risico of een kans? De fikser heeft geen keus en neemt de baan aan.

Dan gaat de ellende in de derde versnelling: hij wordt beschuldigd van de dood van een jongen die hij van het fabrieksterrein verjaagd. Die jongen heeft ook een rabijn aangevallen, en de Fikser verpleegt die man in zijn eigen huis. De moord heeft volgens de overheid een Joods-religieuze achtergrond, het bloed van de jongen zou bij de paasviering gebruikt zijn. het spoor leidt naar de Fikser die als Jood allang ontmaskerd is. Hij wordt opgepakt en wacht daarna in ellendige gevangenisomstandigheden zijn rechtszaak af.

Ik kan het verhaal rustig navertellen, incluis de afloop, want Malamud is niet zomaar een Joodse auteur die schrijft over het Joodse lot. Op een dag ontvangt de fikser, die dan zelf al gefixeerd is in ketens aan de muur en aan zijn brits (want de enige ontwikkeling in zijn verhaal is die van zijn droeve lot), een brief. Helaas niet van de rechtbank maar van de moeder van het slachtoffer. En ook als hij de aanklacht van de rechtbank krijgt is er natuurlijk eerst nog iets fout en kan hij zich nog steeds niet verdedigen. Je proeft de sarcastische, cynische smaak van een lot dat al vastligt, alle menselijke overlevingsdrang en hoop ten spijt. Het doet me denken aan Nabokov’s Uitnodiging voor een onthoofding. Eindelijk komt de zaak voor en stelt de advocaat de Fikser (en de lezer) de zaak in perspectief. De Tsaar heeft, om de macht over het volk te houden, een gemeenschappelijke vijand nodig: de Joden. ‘Ik ben maar één man, wat willen ze van mij?’ vraagt de Fikser dan, eenvoudig en messcherp. De advocaat legt hem uit hoe één man het toonbeeld gemaakt kan worden van een compleet volk. En zo toont Malamud hoe mensen kampioen zijn in verkeerd om redeneren; van vooroordeel naar voorbeeld, in plaats van praktijk naar wetmatigheid. En om dat kracht bij te zetten kiest de auteur ervoor om het verhaal te laten stoppen tijdens de tocht naar de gevangenis, waar de mensen staan te kijken naar het lam ter slachtbank. Want ten eerste is al vanaf de eerste zinnen van dit aangrijpende boek helder dat het slecht zal aflopen. En ten tweede maakt het lot van die ene man niet uit. Want het gaat om het lot van een volk. En om hoe wij mensen denken. Ik weet niet of Meulenhoff dit boek bewust herdrukt na de Brexit en de verkiezing van Donald Trump, maar het is anders wel een schrikwekkend toeval.

Hanz Mirck

Bernard Malamud – De fikser. Vertaald door L. Coutinho. Meulenhoff, Amsterdam. 359 blz. € 19,99.