Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag (morgen) schenkt Adriaan van Dis zijn archief aan het Literatuurmuseum. Dat is vandaag via een persbericht bekendgemaakt:

Het archief bestaat onder meer uit manuscripten van romans en novellen als Nathan Sid en Zilver, cahiers met aantekeningen voor onder meer Ik kom terug en Tikkop, diverse foto’s en literaire cartoons, en correspondentie met collega-schrijvers als Maarten ’t Hart, Geert Mak, Charlotte Mutsaers, Cees Nooteboom, Jan Siebelink, Marten Toonder en Joost Zwagerman.

Ter ere van deze schenking én Van Dis’ verjaardag heeft Alfred Birney voor Literatuurmuseum.nl een artikel geschreven over de novelle De rat van Arras (1986) van Van Dis. Deze novelle werpt volgens Birney een lichtspoor vooruit naar een roman als Ik kom terug (2014): ‘Lezers schijnen lang te hebben gewacht op de “onzichtbare moeder” in Van Dis’ werk. Maar ze was er altijd al, onder meer verhuld in deze lichtvoetige, briljante novelle, die in drie versies bij het Literatuurmuseum ligt.’ Voor de gelegenheid exposeert het Literatuurmuseum deze drie versies in een kleine expositie, met als onder andere een werkschemaatje op een kartonnen kaartje en de eerste versie van het manuscript dat een veelkleurig labyrint is van snel geschreven zinnen, vol doorhalingen en toevoegingen. ‘Kortom, graffiti voor literatuurwetenschappers en grafologen’.