Scenario van een nachtmerrie

Hoe kun je de waanzin van de dictatoriale werkelijkheid doorstaan en de absurditeit tegelijkertijd een hak zetten? Met de gespeelde argeloosheid van de brave soldaat Švejk bijvoorbeeld. (De lotgevallen van de brave soldaat Švejk, Jaroslav Hašek, 1923.) Maak van de willekeur schijnbaar vrolijke kost en het zal tot in den eeuwigheid een pijnplek blijven voor machthebbers, voor de geloofwaardigheid van ideologieën. De ongekende kracht van de satire.

Het leven gezien van beneden van de Vlaamse reus Dimitri Verhulst (1972) is een afrekening met het gedrag van de regimes in de Sovjetvazalstaten, in dit geval Bulgarije. De leerlingen die de meesters in fanatisme naar de Kremlinkroon steken. Het is 2015 en de inmiddels zeventigplusser Liliya Dimova was ooit de beeldschone muze van Sofia. Iemand die het gezien haar aristocratische achtergrond niet gemakkelijk had in de boeren- en arbeidersstaat. Denkers, en al zeker mensen die zich met het lezen van boeken bezighouden zijn gevaarlijk, al snel contrarevolutionair.

In 1962 had ze Anton Cherkezov ontmoet, toen een veelbelovend schrijver, de onbetwiste leider van de nieuwe lichting kunstenaars. De elektriserende bende die elke generatie wel heeft. Er is nog nauwelijks iets gepresteerd, maar de verwachtingen zijn magistraal. Uiteraard worden die grotendeels zo niet totaal gefnuikt, al zeker in een socialistische heilstaat.

Ideologische goedgekeurde schrijvers hadden het gemakkelijk. Zo ook Michail Aleksandrovitsj Sjolochov, de drankzuchtige Russische schrijver die in 1965 de Nobelprijs voor de Literatuur won. De roman opent met een fijn snerend stukje over het op 10 december in ontvangst nemen van de prijs in een ijskoud Stockholm. Maar de kou (lees ook: de kritiek) deert deze rasechte, geharde Kozak niet. Heeft hij immers niet een standaardwerk in vier delen geschreven over de Don-Kozakken tegen de achtergrond van de Russische Burgeroorlog, de strijd tussen de roden en de witten? Hij weet wel van jetje, is een echte man van het Russische volk. De prijs ziet hij als een beloning voor de socialistische mens in het algemeen. Hij is enkel maar een radertje in het geheel. (Maar ondertussen ernstig ambitieus.) Het is de beloning voor een geslaagde ideologie.

Dat het misschien ook een goedmakertje is voor het Kremlin, een handreiking in de grootste vorstperiode van de Koude Oorlog, wuiven alle partijen gemakshalve weg. Meermaals is er rond de persoon van Sjolochov een controverse ontstaan, maar hij was als hypocriet boegbeeld natuurlijk handig voor de Sovjetstaat. In de jaren dertig, midden jaren zeventig en ook nog vrij recentelijk, werden beschuldigingen van plagiaat geuit. Sjolochov zou de teksten van de wit-Russische kapitein en schrijver Fjodor Krjoekov (1870 – 1920) hebben gebruikt, laten we het voorzichtig zeggen, hebben omgewerkt. (Lees ook: November 1916 van een van de pleitbezorgers van de fraude: Aleksandr Solzjenitsyn. Hierin komt Krjoekov uitgebreid voor.)

Het is wat verdacht, maar het kan, een amper drieëntwintigjarige, vrijwel ongeschoolde knaap die ineens een zeer rijp, hoopvol boek produceert. Dat aanvankelijk niet gekleurd was. Maar hij heeft de schijn tegen zich. Zijn tegenstanders wijzen op grote verschillen in kwaliteit in de cyclus zelf. De delen verschenen met steeds grotere tussenposen. Alsof hij niet goed wist, hoe verder te gaan. Zijn latere sterk ideologisch beïnvloedde werk schijnt ondermaats te zijn. Maar kan dat, als vergoelijking, ook niet liggen aan de druk van bovenaf, is hij op een bepaalde manier ook geen slachtoffer van de dictatuur?

Verhulst is bij monde van de weduwe Liliya duidelijk, zet de boel flink op scherp, gooit daarmee weer wat brandstof op het vuur van de discussie, geeft alle geknechte kunstenaars met deze roman een stem. Terecht! Op zijn bekende aanstekelijke wijze schetst hij via de Bulgaarse muze de geschiedenis van de vazalstaat en de onderdrukking van het vrije woord. Waar gehakt wordt vallen spaanders. Allemachtig wat ging en gaat men toch gemakkelijk om met de zogenaamde collaterale schade die het nastreven van een ‘hoger doel’ met zich meebrengt.

In de roman liggen de boeken van Sjolochov in elk geval als sinds 1944 op het toilet van Liliya. De studenten geneeskunde die haar lichaam na een ‘goed gestoffeerd liefdesleven’ op de snijtafel vinden, verbazen zich over de enorme inktvlekken op haar kont. De een ziet daar een bevestiging in dat de Bulgaren een ras van vulgaire mensen zijn. De ander ziet er de armoe in van de gepensioneerden. Nog geen cent om toiletpapier te kopen. De lezer weet echter wel beter. Haar hele leven heeft ze met olijfolie doordrenkte gebakjes gemaakt zodat ook het bezoek het werk van de sjacheraar, van ‘het orgelpunt van het socialistisch realisme’ door kon trekken.

Verhulst springt per hoofdstuk heen en weer in de tijd. Het opmerkelijke is, dat het totaal geen afbreuk doet aan de verhaallijn. Het is (uiteraard) humoristisch, subtiel gelaagd, maar bovenal kraakhelder. Alle bekende zaken komen aan de orde, maar op een licht verschoven manier. De ondergrondse boeken, de censuur, het leegzuigen van de creatieveling als het de machthebbers zo uitkomt, de stille protesten. Liliya houdt van geile moppen, voedt zich ook met het lichamelijke. De hond die tegen het monument voor de Russische soldaat piest wordt extra beloond, de sterk gemankeerde schrijver die duiven fokt die de standbeelden van de communistische iconen volschijten. Kleine zaken, die het moreel enigszins kunnen opvijzelen. Die door de absurditeit van de dagelijkse werkelijkheid echter niet ongevaarlijk zijn.

Het leven gezien van beneden is ook een samengebalde aanklacht tegen allen die schrijvertje spelen, Verhulst neemt het op voor de gemuilkorfden, mengt zich via zijn personage Liliya onder hen, wordt voor de duur van deze roman dissident met de dissidenten. Humoristischer en tegelijk pijnlijker kun je de positie van de weldenkende, onderdrukte mens niet samenvatten:

De Vijf Voornaamste Regels Voor De Intelligentsia
1 Denk niet.
2 Als u toch denkt, verwoordt dan uw gedachten niet.
3 Als u toch uw gedachten verwoordt, schrijf ze dan niet neer.
4 Als u toch uw gedachten heeft neergeschreven, onderteken ze dan niet met uw eigen naam.
5 Als u toch uw schrijfsels heeft ondertekend met uw naam, kom dan achteraf niet klagen.

Het is van alle tijden, zal ook in de toekomst helaas nog van toepassing blijven. Niet voor niets draagt Verhulst deze roman ook op aan hen die nog voor het vrije woord zullen moeten vechten. Dit is niet alleen een gecomprimeerde geschiedenis. Het is ergens ook een waarschuwing, het scenario van een nachtmerrie die zich toch steeds weer herhaalt. Muren worden ook nu weer opgetrokken, mensen zullen monddood worden gemaakt.

Lilyia’s leven is een samenvatting van de branden van de twintigste eeuw. Het fascisme, het communisme en de grotendeels mislukte democratie die daarop volgde. Er was opeens vrijheid, maar hoe die te hanteren, als je er niet mee bent opgegroeid. En is die vrijheid wel zo alomvattend. (Het gekoketteer met Mao, Guevara en aanverwanten in het westen moet voor mensen die achter het IJzeren Gordijn hebben gezucht, op z’n minst wat vreemd overkomen.) Ze neemt op haar manier wraak op het verleden, op het onrecht, door het achterwege laten van … Nu ja, in elk geval door haar geboekstaafde relaas. En door haar recept voor de goed geoliede koekjes, zodat we ook in de toekomst ons op spetterende wijze kunnen ontdoen van de sjacheraars, de oplichters.

Guus Bauer

Dimitri Verhulst – Het leven gezien van beneden. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 158 blz. € 19,99.

Het leven gezien van beneden werd eerder besproken door Geertje Otten.