Deel 1 in The Kills-reeks

Waarschuwing vooraf: deze recensie behoeft een uitgebreide introductie, opdat de lezer iets van een overzicht krijgt van de omvang en impact van Richard House’s tour-de-force: The kills. The kills is een vierluik; vier romans die elk een eigen verhaal vertellen, maar toch nadrukkelijk bij elkaar naar binnen kijken. Dat alleen al is bijzonder, nog bijzonderder is dat de gehele The Kills-reeks, zoals de uitgever de cyclus noemt, in 2013 op de longlist van de Man Booker Prize terechtkwam. 1.476 pagina’s schoon aan de haak.

Uitgeverij De Geus heeft de omvangrijke reeks gedoseerd en in een periode van zo’n twee jaar op het Nederlandse publiek losgelaten. Sutler, deel 1, verscheen in 2014 in vertaling. Sutler is Stephen Lawrence Sutler, of eigenlijk John Jacob Ford. Ford, een Brit van veertig plus, wordt ingehuurd om als projectleider een nieuwe stad te bouwen in de woestijn van Irak. We spreken dan van Irak na de Amerikaanse verovering en bezetting. Zijn opdrachtgever is HOSCO, een internationaal opererend bedrijf dat opdrachten uitvoert voor de Amerikaanse overheid. Hiermee betreden we het louche terrein van de civiele aanbestedingen, waarmee miljoenen en miljoenen dollars gemoeid gaan. Probleem is alleen dat Ford het werk niet onder zijn eigen naam kan uitvoeren, maar een andere naam moet aannemen: Stephen Lawrence Sutler. Hiermee begint de ellende.

Sutler wordt naar Camp Liberty gestuurd, alwaar acht Amerikaanse contractarbeiders in afzondering werken om al het aangevoerde oorlogsafval te verbranden in vijf gigantische verbrandingskuilen: Gunnersen, Santo, Kiprowski, Chimeno, Pakosta, Samuels, Watts en Clark. Maar de opdracht van Sutler is om voorbereidingen te treffen de verbrandingsplaats om te bouwen tot een nieuwe stad. Zover komt het echter niet. Ford/Sutler krijgt een telefoontje van zijn mysterieuze opdrachtgever, Paul Geezler, internationaal directeur van HOSCO, dat hij moet gaan afrekenen, zijn geld incasseren en dan verdwijnen in het niets. Het blijkt dat Sutler – zonder zich daar zelf van bewust te zijn – met 53 miljoen dollar verdwijnt. En dan begint het grote spel om het verdwenen geld.

House schrijft goed. Hij heeft oog voor detail; laat zijn personages om zich heen kijken. Zo worden weers-, sfeer- en gemoedsveranderingen adequaat verbeeld in rake, sferische taal. Je bent erbij; je bent in dat meedogenloze, desolate oorlogsgebied in Irak, samen met de vluchtende Sutler. Het lukt Sutler de grens over te vluchten naar Turkije, maar hij kan niet voorkomen dat hij als westerling opvalt – zeker bij westerse oorlogsjournalisten en twee Franse wetenschappers en hun Amerikaanse werkstudent, Eric. Ondertussen krijgt verzekeringsrechercheur Parson van HOSCO de opdracht Sutler op te sporen. Wat dan volgt is een zenuwslopende achtervolging, waarbij de achtervolgers steeds net te laat komen. Sutler werkt zich ondertussen, aangekomen in Istanboel, ook flink in de nesten. Het is een kat-en-muis-spel waarbij Sutler steeds dichter op de hielen wordt gezeten – al weet nog steeds niemand of hij echt bestaat. Via Malta en Italië komt Sutler terecht in Duitsland, maar als hij zich noodgedwongen moet melden in Grenoble lijkt het net zich om Sutler te sluiten. Lijkt…

Richard House houdt de boog onder grote druk gespannen. Alle verwikkelingen en handelingen – soms lachwekkend stupide handelingen – zijn neergepend met grote precisie en een sterk inlevingsvermogen in de soms hachelijke positie van een gewoon mensch. Sutler is dan ook een echt literaire thriller die de lezer ademloos achterlaat en vertwijfeld om meer laat schreeuwen. Dat ‘meer’ is er niet alleen in de volgende delen van de reeks, maar ook in de multimediacontent die te vinden is op thekills.nl. Ikzelf heb dat niet nodig geacht om volop van Sutler te genieten; niettemin is de internetcontent voor de ontvankelijke lezer wellicht een interessante toevoeging aan de platte – maar flonkerende – tekst. Hoe dan ook: lees Sutler en kijk dan net als ik reikhalzend uit naar de volgende delen van de cyclus.

Wiebren Rijkeboer

Richard House – Sutler. Vertaald door Anneke Bok en Nan Lenders. De Geus, Breda. 380 blz. € 7,50.