Voorzorg

In zijn absurde reeks Waanzin-Waanzuit maakte de vorig jaar overleden tekenaar Gotlib ooit een aflevering over een tekenaar die de Dood – klassiek met zeis afgebeeld – op afstand hield door telkens als hij gehaald werd met een geniale grap te komen voor een volgende strip. De Dood had telkens het nakijken.

Ik denk dat sommige schrijvers uit dezelfde voorzorg alvast in hun laatste roman titels opnemen van nog te verschijnen boeken. Zo staat in Kwaadschiks, deel 6 van De tandeloze tijd, van A.F.Th. van der Heijden alvast aangekondigd hoe de volgende delen zullen heten: deel 7 is getiteld Kastanje a/d Zee (tot nu toe alleen bibliofiel verschenen), deel 8 De grafdelver of Schwantje’s Fijne Vleeschwaren en deel 9 De IJzeren Man. Legendarisch waren de titels die  Jan Wolkers in voorbereiding had. In De onverbiddelijke tijd uit 1984 staan maar liefst vijf titels genoemd van nog te verschijnen meesterwerken: Waar eens LENTE stond, De zetpil van de dood, Roomslurfje & Pondje Poep, Het ijspaleis, Nag Hammadi.

Uitgever Thomas Rap heeft in de jaren zeventig voor de grap eens een titel aangekondigd Het leuke van neuken. Om de grap te bestendigen had uitgever Theo Sontrop daarop ook een titel bedacht: De paus? Daar krijg ik een kind van… Hij kreeg meteen reacties van een stuk of acht boekhandelaren die benieuwd waren naar de inhoud. Omdat de titel vacant bleef heeft Nico Scheepmaker hem toen maar gebruikt voor zijn verzameling columns.

Als u dit leest dan heb ik een operatie achter de rug, maar nu ik dit schrijf sta ik nog aan de vooravond ervan. Sommige mensen hebben het protocol voor hun begrafenis al klaar liggen: wie er mag spreken, welke muziek er beluisterd moet worden. Anderen denken dat dat de goden verzoeken is. Ik behoor een beetje bij de tweede categorie. Ik stond in de verleiding om tot slot van deze column een aantal titels te noemen van boeken die ik nog wil schrijven. Wie schrijft, die blijft immers. Een claim op de toekomst die helaas niet wetenschappelijk onderbouwd is. Het is allemaal angst en bijgeloof.

Coen Peppelenbos

Deze column stond eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 18 februari 2017.