Boekenbal

Schrijvers van uitgeverij Das Mag mochten niet naar het Boekenbal. De uitgeverij was niet aangesloten bij de uitgeverijbond en pas als je lid bent maak je kans op een kaartje van het CPNB, een kaartje waar je bovendien nog fors moet betalen. Bij Das Mag zien ze de meerwaarde van die uitgeversbond niet in. Dan moet je ook niet piepen volgens Joost Nijsen, uitgever bij Podium: ‘Iedereen mag een instituut achterhaald vinden, geen twijfel over! Maar ben dan echt een nieuw geluid en ga ergens anders dansen.’ Uiteindelijk kwamen de geweigerde auteurs allemaal binnen, na een hoop publiciteit. Wie veel lawaai maakt, heeft altijd meer kans.

Er is elk jaar gedoe over kaartjes voor het Boekenbal. Als je ze wel hebt, dan laat je dat achteloos weten, als je ze niet hebt, probeer je slinks naar binnen te komen. Auteur Jan van Mersbergen: ‘En schrijvers die zeggen dat er niks aan is, aan dat bal, en dat ze zich daar vervelen, die hebben of geen kaartje of kennen er te weinig mensen. Dan is ieder feest vervelend.’

Ik was één keer op het Boekenbal, in 2006 alweer en ik heb me die avond echt vermaakt. Het programma in de Schouwburg was leuk – ik heb met Jacques Herb ‘Manuela’ gezongen-, het gehang in de gangen was interessant, maar toch sta ik, in weerwil van wat Jan van Mersbergen zegt, niet te springen om opnieuw te gaan. De afgelopen jaren had ik kunnen gaan als literair journalist, maar dan mag je pas naar binnen nadat het theatergedeelte is afgelopen. Ik heb de kaartjes aan twee andere redactieleden gegund die wel veel plezier aan de avond beleefden.

Naast een avondje uit is het Boekenbal ook een avondje werk voor veel schrijvers. Ik merkte dat iedereen bezig is met leuke gesprekjes voeren en tegelijk over de schouders van de gesprekspartner aan het kijken is of er niet een ander is waar een nog leuker en ambitieuzer gesprekje mee aan te knopen is. Voor iemand die onzekerheid als levenshouding heeft, is dat fnuikend. Bij elke zin die je begint, ben je bang dat de ander al is afgehaakt voordat je de punt hebt gehaald. Ik gedij pas in gezelschappen niet groter dan vier mensen.

Coen Peppelenbos

Deze column stond eerder in een iets andere vorm in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 24 maart 2017.