Bij de NPO gebeurden deze week twee opmerkelijke dingen. De geflopte nieuwe serie Dit zijn wij van VPRO-lieveling werd van de buis gehaald. En een boekenprogramma waarin onder meer de vader van Maartje Wortel zijn motorzaag niet aan de praat krijgt wordt nog voor de eerste uitzending verbannen naar een verre niche.

Dat zou aanleiding kunnen zijn voor het gebruikelijke weeklagen over hoe de Nederlandse televisie boeken links laten liggen. Daarvoor echter is weinig reden. Het gaat juist uitstekend met boeken en in ruimere zin cultuur op de buis. Van een nichekanaal als Cultura tot en met de meer traditionele zenders, overal schuiven schrijvers en lezers aan. Het aanbod loopt van elitair – VPRO Boeken – tot en met populistisch – het boekenpanel van DWDD – en naast aparte programma’s en rubrieken besteden allerhande talkshows met grote regelmaat aandacht aan het boek, nog even afgezien van YouTubekanalen als VPRO Poëzie. Een liefhebber van literatuur hoeft als hij dat wil nooit meer een boek open te slaan.

Er lijkt dus iets anders aan de hand met Schrijven in de Lage Landen, dat NPO2 niet wil uitzenden. De vijfentwintig schrijversportretten van een kwartier elk werden gefinancierd met bij elkaar een halve ton belastinggeld, zodat de NPO er ook nog eens niets voor hoefde te betalen, maar zelfs dat kon de zender niet overhalen.

In NRC Handelsblad verscheen een verslag, waaruit aanwijzingen voor die weigering te vinden zijn:

Sommige portretten zijn conventioneel aangepakt – een ernstig interview gelardeerd met landschappen en klassieke muziek – maar andere regisseurs hebben juist nieuwe vormen gezocht.

Je ziet de redactievergadering voor je. -Jongens, het gaat over literatuur, dus niet te lichtzinnig. Iemand een idee? –In ieder geval klassieke muziek. -En larderen met landschappen.

In een ander portret verzint Ilja Leonard Pfeiffer verhalen bij anonieme voorbijgangers. Of hij daarbij de stem van wijlen Carmiggelt opzet en zijn bijdrage wordt ingeleid door Ellington en Coltrane’s In a sentimental mood staat er helaas niet bij.

Even later zien we dat Pfeijffer (La Superba, Peachez) op een terras toekijkt. Dit is de schrijver aan het werk, hij kijkt rond in de wereld, kneedt personages van mensen, en verzint er verhalen bij.

Ook Maartje Wortel vat haar literatuur uiterst serieus op:

Maartje Wortel (IJstijd, Goudvissen en beton) gaat met haar vader een boom omzagen, maar hij krijgt steeds de kettingzaag niet aan. Daarna zien we hem vergeefs proberen de houtkachel te ontsteken. Volgens Wortel zijn dat rake beelden bij haar werk: ‘Ik beschrijf hele lullige taferelen en lullige mensen die niet zo goed weten wat ze aan het doen zijn. Ik denk dat lukken of slagen niet echt bestaat. Ik wil laten zien: we klooien allemaal. En dat is goed.’

Netmanager NPO2 Gijs van Beuzekom, de man die ten leste bepaalt wat zijn zender uitzendt en wat niet, heeft ‘geen idee’ waarom de serie wordt geweerd. Een woordvoerder van AVROTROS heeft dat wel, de reeks is ‘vooral interessant (…) voor de goed ingevoerde cultuurliefhebber.’

Vooropgesteld dat ik geen seconde van de portretten heb gezien en me louter baseer op berichtgeving in de pers, lijkt het me uitstekend dat het grote publiek deze serie onthouden wordt. De doorsnee lezer kon anders zomaar het idee krijgen dat je schrijvers en literatuur geen moment serieus hoeft te nemen. Wat jammer zou zijn.