Een geslaagd literair spel

De Israëlische grootmacht David Grossman (1954): ‘Schrijvers hebben een ander idioom, een ander persoon nodig om over zaken te vertellen die ze dondersgoed weten, maar waar ze liever niet over praten. Een tekst verlangt dat je juist alles zegt, dat je naar je kern afdaalt, hoe duister die ook moge zijn. Het kan je naasten treffen, maar je werkt niet voor hen, je bent een regisseur in dienst van de acteurs, in dienst van het verhaal.’

Raymond van de Klundert, kortweg Kluun (1964) werkt in zijn nieuwe roman DJ heel duidelijk langs deze lijn. Het is beslist geen autobiografie. Kluun gebruikt zijn biografie naar goeddunken voor het verhaal. Een kek, zeer vlot leesbare geschiedenis van de dance, opgehangen aan de roerige biografie van ene DJ Thor, de podiumnaam van Thorwald van Gestel, de jeugdvriend van het personage Kluun. (Voor het gemak noemen we de schrijver, de componist van deze tekst vanaf hier Van de Klundert.)

DJ Thor vliegt de wereld over en verdient miljoenen met draaien in exclusieve clubs. Hij baadt in weelde, gaat vergelijkbaar met de hoofdpersoon Jordan Belfort in The Wolf of Wall Street driedubbel dwars door het lint. Kiepwagens vol met geld, badkuipen drank, een spiegelpaleis vol met coke en pronkvrouwen die zich opdringen. Maar alleen bij pa Van Gestel vindt DJ Thor iets van menselijkheid, van geborgenheid, op het kinderlijk-aanhankelijke af. En natuurlijk ook een beetje bij de jeugdvriend Kluun, eveneens afkomstig uit Brabant.

DJ Thor, in zekere zin eerder de bikkelharde, over-commerciële manager Brandon die hem, op een drietal ‘vrije draaidagen’ na, in zijn macht heeft, weet uit alles de laatste cent te peuren. DJ Thor is ongeveer even oud als vijftiger Kluun, maar heeft net zijn modemerk F*** ME, I AM FORTY gelanceerd. Potjes met dure illegale crème, waarvoor ‘een hele walvis moest worden afgemaakt’ en een contractueel workout-schema hebben de DJ in elk geval aan de buitenkant in topvorm gehouden. Uiterlijke schijn. Van de Klundert, oud reclameman, klaagt in zekere zin ook de focus op de ‘eeuwige jeugd’ aan. Wanneer je met je bakkes vaak op de buis komt, mág je gewoon niet ouder worden. De stilstand, de leegte schemert door alles heen. Grootste verdienste van deze roman is de smakelijkheid waarmee het wordt opgediend.

In het woord vooraf schrijft Van de Klundert dat niemand veilig is in de buurt van een schrijver. Een belangrijk bijzinnetje: ‘en zo hoort het ook’. Je mag alles wat je meemaakt zonder enige scrupule gebruiken, verdraaien, inzetten voor het tonen van de emoties achter de woorden. Deze roman is nadrukkelijk – behoorlijk tongue in cheek – ook een testcase over de wereld van de Bekende Mens. Roem, vergankelijkheid. Wat doet succes met een gewone jongen, welke verwachtingen hebben de ‘bewonderaars’? Zoveel meelopers, zoveel meninkjes.

In de verantwoording schrijft Van de Klundert – met dezelfde lekkere (zelf)spot die de hele roman kenmerkt – dat iedere gelijkenis tussen de hoofdpersoon Kluun en hemzelf op toeval berust. Ook de uitgever die Kluun op z’n nek zit is niet dezelfde als ‘de onvoorstelbaar erudiete uitgever Joost Nijsen’. Ha!

Thorwald van Gestel bestaat niet. Of amper. Ron Molenaar, Haye en Brandon zijn fictieve karakters. Voor zover ik weet. De scènes waarin bestaande dj’s, schrijvers en televisiepresentatoren figureren zijn eveneens keiharde fictie.

Dat is geestig, vooral ook die kleine bijzinnetjes zoals ‘Voor zover ik weet’, zorgen voor een aangename kanteling. In Molenaar kun je zonder veel moeite Reinout Oerlemans van Eyeworks herkennen, een interviewer met een eigen modemerk en een kale kneiter moet wel Humberto Tan(nenbaum) zijn. En Haye is toch echt stevig gemoduleerd naar de uitgever Mai Spijkers die vriend en vijand op shark-attacks trakteert. Van de Klundert schetst op fijn tergende wijze het huidige, steeds meer vervlakkende literaire klimaat. Coterietjes, verborgen agenda’s, marketeers die bepalen wat er wordt uitgebracht. Of een tekst kwaliteit heeft, lijkt er niet meer zoveel toe te doen. Het is natuurlijk een enorm goede grap dat de roman DJ wederom een bestseller is. In feite gaat dit boek grotendeels over het schrijfproces, over de positie van de schrijver in de maatschappij – wat de mensen althans dénken dat de positie is. Denk u eens in wat een auteur, en al zeker een bestsellerauteur, allemaal moet slikken.

Van taxichauffeurs tot uitsmijters, van huisartsen tot drugsdealers: allemaal denken ze dat het publiek zit te wachten op hun verhaal, en dat een schrijver een gat in de lucht springt wanneer hij als doorgeefluik mag dienen. Meestal gaat het aanbod gepaard met teksten als ‘Als ik jou vertel wat ik allemaal heb meegemaakt’, ‘Zelf heb ik er geen tijd voor’, en ‘Als jij het schrijft, mag je de helft van de inkomsten hebben’. Sommigen gebruiken niet het woord ‘schrijven’, maar ‘opschrijven’. Ze noemen het nog net geen uittypen. […] De eerste jaren van mijn schrijverschap belden de media me vooral als er iets over borstkanker, vreemdgaan, carnaval of Bruce Springsteen moest worden geroepen.

DJ is ook een (milde) afrekening. Zo nu en dan klinkt wat door van wat Van de Klundert waarschijnlijk voor de kiezen heeft gekregen. Van de leraar Nederlands van de dochter van Kluun mogen de boeken van papa bijvoorbeeld niet op de literatuurlijst. Een flashback van een literaire avond met een recensent die zelf ook romans schrijft die er volgens hemzelf toe doen en die het werk van Kluun een belediging voor de letteren noemde. Arie Storm, wie anders.

Om de sfeer er een beetje in te brengen, verontschuldigde ik me dat al mijn romans bestsellers waren geworden en dat ik dat zelf ook liever anders had gezien. En dat ik vanavond van mijn collega’s hoopte te leren hoe je wél een goed boek kunt schrijven.

Het personage Kluun is al jaren bezig met een familieroman. De uitgever, laten we hem toch maar even Joost noemen, wordt ongedurig, wil waarschijnlijk zijn voorschot terug. Kluun zit net door een scheiding in een financiële impasse. Zijn ex – ‘een samenraapsel van verzinsels’, aldus Van de Klundert, maar ondertussen zijn de perikelen wel zeer herkenbaar, universeel – wil grote sommen geld, gebruikt de kinderen als onderhandelingswaar. Blackmail!

De Gehaaide Haye heeft wat opgevangen en – dat moet men hem nageven – direct gehandeld. Kluun moet een vooral smeuïge biografie schrijven over zijn wereldberoemde jeugdvriend DJ Thor. Een boek in een boek. Heel geestig: Theodor Holman richt in het verhaal de pijlen op Kluun, wanneer DJ Thor op social media pornografisch uit de bocht vliegt. (Al kunnen sterren eigenlijk alles maken, komen ze na akkefietjes vaak nog sterker uit de strijd.)

Het zei genoeg over mij als schrijver dat ik me met dit soort proleten ophield. Het zou hem niks verbazen als ik er nog een boek over zou schrijven ook. ‘Kluun over dj’s: de totale leegte.’

Van de Klundert speelt in deze roman een geslaagd literair spel. Het droste-effect. Terwijl het eindresultaat tegelijkertijd de biografie is van DJ-Thor, van de dance-scène, van vriendschap, van opportunisme. Het opportunisme van de schrijver valt nog te billijken, het is een van de belangrijkste gereedschappen. Tekstuele kansen zien of creëren. Het zijn de aasgieren die eromheen cirkelen, die zonder mededogen bloed ruiken. De managers, de producenten van reality-tv-prullen.

Manager Brandon vraagt op dreigende toon aan Kluun of dat boek Komt een man bij de dokter (sic) wel echt gebeurd is. Hij leest alleen boeken die echt gebeurd zijn. Anders is het zonde van zijn tijd. Peter R. de Vries maakte ooit ook een vergelijkbare opmerking. Dan heb je dus totaal geen inzicht in wat een boek vermag.

DJ is een zeer geraffineerd vormgegeven ‘privédomeindeel’. En ja, het leest gewoon lekker weg, is verfrissend. Van de Klundert neemt zich bij monde van hoofdpersonage Kluun niet al te serieus en dat is een verademing in de boekenwereld, waar vooral de wat mindere goden graag de ‘grote schrijver’ spelen. Dankzij de vriendschap van Kluun met DJ Thor komt hij ook nog iets te weten over de afkomst van een bloedjonge vrouwelijke would-be dj. Kluun gebruikt het genadeloos voor zijn biografie, voor het pimpen van zijn financiën, want: ‘als ik Thors verhaal had laten liggen, was ik als schrijver geen knip voor de neus waard geweest.’

Guus Bauer

Kluun – DJ. Podium, Amsterdam. 320 blz. € 19,99.