Zoek jezelf, broeder

Het verhaal van Beest is snel naverteld: verteller Edward Buckmaster verlaat vrouw en pasgeboren kind om op zoek te gaan naar iets, krijgt tijdens een storm het halve dak van zijn schamele onderkomen bovenop zich en verliest zich vervolgens in een hallucinante speurtocht naar het beest uit de titel. Hij doet dat in een wereld zonder mensen – hun bestaan wordt wel gesuggereerd, zo zijn er een kerk en andere gebouwen en is er een pad dat naar een dorp zou voeren, maar we zien ze niet; behalve dan in schaarse flashbacks naar zijn vorige leven als normaal onderdeel van de samenleving en in zijn verbeelding. Het is toch al een vreemde omgeving, waar de hemel niet blauw is maar wit en zich een mysterieus dier beweegt, dat hij met een doordacht systeem wil betrappen nadat hij het voor het eerst heeft gezien, maar dat misschien ook wel achter hem aanzit. Hij eet vrijwel niet, heeft ook amper eten, en drinkt veel water, wat wijst op een kluizenaarachtige reinigingsproces.

We mogen het boek kortom lezen als een allegorie, op de mens, die als hij de discipline over zijn leven verliest en zijn taken verzaakt langzaam maar zeker zijn menselijkheid kwijtraakt en uiteindelijk zijn verstand, zoals ook de taal naarmate het boek vordert steeds verder uit elkaar valt. De natuur en onze natuurlijke staat zijn hier gevaarlijke en verraderlijke toestanden; daarmee onderscheidt Kingsnorth zich van de voorgangers die de beschaving juist als het grote kwaad zien tegenover de ongereptheid van de oerstaat. Het zal ook geen toeval zijn dat Buckmaster ronddwaalt over de Engelse moors, een woord dat niet wordt vertaald en zoveel betekent als veen of moeras; niet erg gastvrij derhalve en geenszins een land van melk en honing, gelijk de woestenij waarin de klassieke kluizenaars hun toevlucht vonden en al evenzeer, zoals in het beroemde geval van de Heilige Antonius, door visioenen werden bezocht. De mens is van nature slecht en leeft in een uiterst vijandige wereld, redding is alleen in beschaving en technologie.

Buckmaster – de naam verwijst naar de wereldwijde marktleider in benodigdheden voor de hertenjacht, van kruisboog tot geweer – ziet de werkelijkheid vanuit een ooghoek, hij leeft in een angstige koortsdroom. Kingsnorth maakt het extra beklemmend door zijn tragische held uitgebreid verslag te laten doen van de fysieke ongemakken die hem treffen, ook bedoeld om de nadruk te leggen op de kwetsbaarheid van het sterfelijke omhulsel. De geest wil wel over gindse heuvelrug trekken en datgene zoeken wat achter de einder ligt, maar is ondergeschikt aan de materie. Daarvoor weglopen lukt één keer, misschien twee, maar altijd komt de rekening en lig je bedolven onder de helft van je dak, terwijl een storm de wereld geselt, en je je afvraagt hoe je dit gaat overleven.

Beest is het tweede deel van een trilogie, waarvan het eerste deel, The Wave, niet in het Nederlands is vertaald. Ik heb geen idee waarom.

Enno de Witt

Paul Kingsnorth – Beest. Vertaald door Nicolette Hoekmeijer. Ambo | Anthos, Amsterdam. 176 blz. € 19,99 – e-boek circa € 12,99