Beter

Mijn moeder kocht ooit een doos oorlogsboeken voor mijn vader in de hoop dat hij in een lezer zou veranderen. Dat was, geloof ik, nog voor het begin van hun huwelijk. De boeken verdwenen na verloop van tijd naar zolder waar ze achter een houten schot ongelezen elk huwelijksjubileum meevierden. Een boek over Eichmann herinner ik me met een voorkant waarop een tekening staat van zijn gelaat louter bestaand uit lijken. (Het kost me een paar minuten om het boek te googelen: Eichmann: symbool van een regime van Charles Wighton.) Bij Boekwinkeltjes kun je het nu voor twee euro krijgen. Ik herinner me ook het boek Stalingrad, maar als ik dat na lang googelen vind dan blijkt het toch Moskou te heten: de schrijver Theodor Plievier is dezelfde.

Van lezen word je een beter mens, denken veel mensen. Als je doorvraagt wat ze onder een beter mens verstaan dan krijg je totaal verschillende antwoorden. In de wetenschap wordt wel onderzoek gedaan naar de effecten van het lezen van fictie. Kun je je beter inleven in een ander mens als je veel leest? Word je empathischer? Dat onderzoek bestaat er meestal uit dat mensen een verhaal lezen en scores moet invullen op een vijfpuntsschaal. ‘Tijdens het lezen was ik blij als de hoofdpersoon succes had en bedroefd als hij op de een of andere manier moest lijden.’ Het ene onderzoek laat zien dat de empathie toeneemt tijdens het lezen, maar alleen als de lezer lekker in het verhaal zit. Het andere onderzoek kan die uitkomsten niet bevestigen. Hard bewijs ontbreekt volgens Stichting Lezen die alle onderzoeken verzamelt.

Toch zullen lezers instinctief zeggen dat boeken ons verrijken, omdat we iets leren over andere culturen, over gebruiken en visies van anderen. Mijn betere mens komt voort uit een softe, humanistische visie die af en toe op de proef wordt gesteld. Lees deze passage in Reis naar het einde van de nacht:

Aan de negers wen je snel, aan hun vrolijke traagheid, hun te lome gebaren en de uitpuilende buiken van hun vrouwen. Die zwarten stinken naar armoede, naar eeuwige ijdelheid en stuitende gelatenheid; eigenlijk net als de arme mensen bij ons, alleen hebben ze nog meer kinderen, maar minder vuile was en minder rode wijn.

De zinnen staan bol van de racistische clichés en ik als gutmensch veroordeel die natuurlijk. Toch moest ik besmuikt lachen toen ik vorige week een lezing gaf en dit fragment hardop voorlas. De ironie in het laatste deel van de tweede zin verslaat vooralsnog mijn politieke correctheid.

Bij de zinnen die Gerard Reve in de jaren zeventig schreef over Surinamers en Antillianen die hij ‘met een zak vol spiegeltjes en kralen op de tjoeki tjoeki stoomboot’ wilde zetten, ‘enkele reis Takki Takki Oerwoud’ is de ironie uitgewerkt. Vervelend racisme. Ik heb gelezen en geleerd, maar ook geleefd en geleerd. Van leven word je een beter mens. Het zijn altijd lezers die denken dat je van lezen een beter mens wordt, zoals sporters zeggen dat sporten gezond is. Mijn vader werkte het liefst in de tuin. Hij had geen boeken nodig om empathisch te zijn. Daar zou eens onderzoek naar gedaan moeten worden.

Coen Peppelenbos

(foto: Anefo / Noske, J.D. / Nationaal Archief, CC BY 4.0)

Deze column stond in een iets kortere versie eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 22 april 2017.