Zeemeermin

Mijn moeder, zus en ik eten in een kelderrestaurant in Kopenhagen waarvan Gordon Ramsay een hartaanval zou krijgen. Perzische tapijten op de vloer, aan de muur een halve rommelmarkt en verkleurde foto’s van oud Kopenhagen. En alhoewel mijn moeder bijna van het trapje valt bij binnenkomst, voelen we ons er wel meteen thuis. Dat komt ook omdat boven de bar een rijtje boeken te zien. Het schap boeken staat achter glas en is omkranst door lampjes. Als ik vraag waarom die boeken daar staan blijft het meisje van de bediening het antwoord schuldig. Ze opent het kastje en haalt er een boek uit. Allemaal Deense letters! Zij komt uit Duitsland en weet niet wat die betekenen. Ze verdwijnt naar achteren en komt een paar minuten later terug met een verklaring. Deze ruimte is overgenomen inclusief de inventaris, vroeger was dit een tent voor ‘prostitutes’. Ik vraag niet door al ben ik wel benieuwd wat die vrouwen dan deden met deze boeken.

Wie Kopenhagen bezoekt moet De kleine zeemeermin zien. Het is even lopen en als je op de plek aan de haven bent aangekomen valt het formaat wat tegen, ondanks dat elke reisgids je tegen een kleine teleurstelling wapent. Het beeld van Edward Eriksen is gemaakt naar aanleiding van een sprookje van Hans Christian Andersen. Wij weten geen van drieën meer hoe het sprookje precies in elkaar stak, maar maken – ook al omdat iedereen dat doet – een selfie. Op mijn hotelkamer lees ik de korte samenvatting op Wikipedia na. Dat meisje is nog behoorlijk gruwelijk aan haar einde gekomen.

In alle Deense gebouwen mag je foto’s maken. In een van de vleugels van de Amalienborg, waar koningin Margarethe resideert, is een klein museum ingericht. De aardige vrouw bij de ingang zegt dat we wel foto’s mogen maken ‘but we don’t like selfies’. ‘Ferrie koet,’ zeg ik in mijn beste Deens.

In de neoclassistische Onze-Lieve-Vrouwekerk wordt je blik getrokken naar het beeld van de zegenende Christus tegen een achtergrond van goud. Vier Nederlandse vrouwen gaan giechelend bij het doopvont staan – een beeld van een knielende engel die een bak water tilt. Uit de groep vrouwen komt een selfiestick tevoorschijn. Hun gezichten bevriezen in een glimlach. De foto moet over, want Jezus kwam er niet goed op. Opnieuw verschijnt de selfiestick. De groep herpositioneert zich. Engel goed? Jezus goed? Glimlach. Klik. Als ze weglopen zegt de vrouw van de selfiestick: ‘Ik vond die Jezus van The Passion toch een stuk leuker.’

Coen Peppelenbos

Deze column stond in een iets kortere versie eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 29 april 2017.