Op de middelbare school was prins Willem-Alexander geen groot liefhebber van Multatuli’s Max Havelaar. Hij vond het boek vervelend, bekende hij — nu koning Willem-Alexander — in het televisieinterview dat Wilfried de Jong met hem had ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. Maar toen hij later een keer niet kon slapen, stapte hij uit bed, pakte ‘de Havelaar’ uit de kast in de veronderstelling daardoor snel weer in slaap te vallen en las het boek in één keer uit.

Hoewel het interview plaatsvond tegen de achtergrond van een goedgevulde boekenkast, was dat de enige keer dat het over literatuur ging. Dat kwam misschien doordat de boeken die het koninklijke gezin echt leest in het privéappartement boven staan. De kast beneden bevat vooral naslagwerken, vertelde de koning.

Hij erkende overigens ook schatplichtig te zijn aan [Kees van] Koot[en] en [Wim de] Bie. Het ging in dit verband niet over de Bescheurkalender, treitertrends of meneer Foppe, maar over de sketches met Jacobse en Van Es van de Tegenpartij in de hoofdrol. Hun plat-Haags leerde Willem-Alexander zichzelf aan om op school in Den Haag niet uit de toon te vallen met het van huis uit meegekregen provinciaal-Baarns.

Slechts één keer ontspoorde het Nederlands van de koning toen hij zich liet ontvallen: ‘…we beseften ons niet…’