De werkelijkheid is complex

Hoewel de Oostenrijkse Ursula Poznanski voor uiteenlopende doelgroepen schrijft, verwierf ze voornamelijk erkenning bij het grote publiek én literaire jury’s met haar adolescentenromans. Voor Erebos (2011) kreeg de auteur de befaamde ‘Deutscher Jugendliteraturpreis’, terwijl Saeculum (2012) genomineerd werd voor de ‘Österreichischer Staatspreis für Kinder- und Jugendliteratur’. Poznanski verkent in haar young adult de schermgebieden tussen werkelijkheid en fantasy en toont overtuigend aan dat de zintuiglijk waarneembare realiteit niet als enige aanspraak maakt op waarachtigheid. Een potentieel boeiend gegeven, dat ook de plot van Layers bepaalt.

Het leven op straat is bikkelhard voor de 17-jarige Dorian; hij scharrelt z’n kostje bij elkaar in vuilcontainers en levert een voortdurende strijd met andere zwervers. Een gewelddadige strijd zo blijkt, wanneer Dorian – het zakmes nog in z’n hand – wakker wordt naast het lijk van dakloze Emil. Terwijl hij wanhopig de ware toedracht van de feiten tracht te achterhalen, verschijnt een zekere Nico, die hem onderdak én een nieuwe toekomst wil verschaffen. In villa Bornheim, ver weg van de bewoonde wereld, krijgen jonge delinquenten een opleiding en leren sociale relaties aangaan. Het klinkt allemaal te mooi om waar te zijn, en het werkt dan ook bevreemdend dat Dorian zich nauwelijks vragen stelt bij de voorkeursbehandeling in deze exclusieve setting. Net zoals in eerder werk creëert Poznanski een unheimlich sfeertje; de lezer merkt weliswaar dat de werkelijkheid binnen de roman niet geheel spoort, maar kan moeilijk de vinger leggen op de precieze ongerijmdheden. Dorians gebrek aan introspectie na de vermeende moord op Emil doet echter wel vraagtekens rijzen. Dan mag de auteur nog meermaals beweren dat ‘de waarheid complex is’, echt overtuigend klinkt het allemaal niet.

Als tegenprestatie voor kost en onderhoud wordt Dorian ingezet voor Bornheims ‘liefdadigheidsinstelling’; hij moet flyeren voor het goede doel en wordt koerier van pakjes met twijfelachtige inhoud. Aan deze acties linkt Poznanski de prangende vraag of werkelijk alles geoorloofd is voor het goede doel, zoals Bornheim en Nico steeds beweren. Mag men een handvol mensenlevens opofferen voor het algemeen maatschappelijk nut? Poznanski raakt aan diepgaande ethische en filosofische vraagstukken, en wil de lezer zelf heikele kwesties laten overdenken. Dat siert haar, maar Layers biedt te weinig background om mogelijke consequenties te overdenken.

Tegen alle afspraken opent Dorian een pakketje en krijgt een zogenaamde ‘Visionar Master’ oftewel een ‘databril’ in handen die de bezitter gedetailleerde informatie over voorbijgangers, dure panden en winkels verschaft. Dorian krijgt meteen Bornheims security achter zich aan. De ‘boss himself’ stuurt ondertussen via de bril niet mis te verstane waarschuwingen. Er vallen steeds meer slachtoffers en de ‘jacht’ op Dorian blijkt voor alle bezitters van een ‘Visionar’ geopend. Hoewel een enkele achtervolgingsscène aanvankelijk overtuigt, gaat het gebrek aan afwisseling in dit kat-en-muisspelletje snel vervelen. Deus-ex-machinafiguren redden Dorian voortdurend uit heikele situaties. Voor wie deze ondoordachte plot doorziet, keldert het spanningsgehalte meteen. Poznanski probeert de lezers nog enkele keren op het verkeerde been te zetten, maar de groots aangekondigde finale overtuigt allerminst als ‘spectaculaire show’: de auteur heeft teveel trucjes nodig om de verschillende verhaallijnen tot een geloofwaardig verhaal te verbinden.

Net zoals in voorgangers Erebos en Saeculum worden karakterisering en stilistiek volledig ondergeschikt aan de ontwikkeling van de plot. De personele verteller bewaart een zekere afstand tot Dorian; het verhoogt het mysterie rond zijn afkomst, maar verhindert tegelijkertijd empathie. Dorian evolueert niet tot een overtuigend round character; zijn ontwikkeling als individu komt nauwelijks uit de verf. De snelle, flitsende beschrijvingen van het gejaagde leven in de grote stad of het verbeelden van Dorians zoveelste vlucht gaan Poznanski stukken beter af dan een gedegen karakterisering. Maar zelfs dat is relatief. In het verleden werd al duidelijk dat Poznanski geen groots stiliste is. Teveel overbodige expliciteringen vertragen het verhaalverloop en halen de zorgvuldig opgebouwde spanningsboog onderuit. Zeker in het 368 pagina’s tellende Layers is dat een onoverkomelijk obstakel dat de enscenering van spanning in de weg staat.

Layers laat zich te eenzijdig lezen als een ongeïnspireerde variatie op Poznanski’s bekende receptuur: avonturenroman en thriller gaan een alliantie aan, waarbij elementen uit fantasy het geheel een high tech-toets verlenen. Nietsvermoedende personages – en met hun de lezer – dienen zich de wetmatigheden van deze schijnwereld eigen te maken. Stelregel daarbij: niets is wat het lijkt. Onverwachte wendingen en deus-ex-machina-figuren, hoewel lang niet altijd geloofwaardig uitgewerkt, domineren de verhaallijn en moeten voor spanning en suspense zorgen. Aan de uitwerking schort echter een en ander: talloze expliciteringen vertragen het vertelritme of halen de spanningsboog onderuit. De personages worden te sterk gereduceerd tot typetjes, die naadloos in de geconstrueerde verhaallijn passen. Ook de groots opgezette apotheose valt telkens te mager uit. Poznanski’s adolescentenromans weten slechts kortelings te boeien omwille van de ongewone verhaalstof en unheimliche parallelle wereld. Gaandeweg verliezen ze alle aantrekkingskracht, en wacht de lezer een wijdlopig verhaal vol zogenaamde toevalligheden, met een geforceerd happy end in het verschiet.

Jürgen Peeters

Ursula Poznanski – Layers. Vertaald door Esther Ottens. Lemniscaat, Rotterdam. 368 blz. € 19.95.