Foto door Robert Mapplethorpe

Op de omslag van Chelsea Girls prijkt een prachtige portretfoto. De geportretteerde is Eileen Myles, de schrijfster. Het is nogal ongebruikelijk, zo’n auteursportret op de voorkant van zijn/haar werk. In dit geval lijkt het logisch, want degene die in 1980 de foto nam is Robert Mapplethorpe. Bovendien speelt de foto een rol in Chelsea Girls, maar daarover later meer.

Chelsea Girls zijn de memoires van Eileen Myles. Zij groeide in de jaren vijftig en zestig op in de kalme suburbs van Boston, Massachusetts en vertrok eind jaren zeventig naar New York City om een kunstenaarsleven te leiden. Myles transformeerde van een all American girl naar een alcoholische lesbienne en een dichteres. Daarover vertelt zij in niet-chronologische volgorde, met de nadruk op de eindbestemming New York; met de nadruk op seks, drugs en alcohol. Een van de verhalen begint zo:

Myles’ maatschappelijke observaties zijn losse flodders en wanneer ze haar blik uitsluitend naar binnen richt, wat ze te vaak doet, verlaagt ze zich tot het niveau van zoetsappige dagboekaantekeningen.

Ja, dat is inderdaad precies wat ik tegen het gros van de verhaaltjes heb: puberale arty-farty memoires van ‘kijk mij eens wild en anarchistisch doen’. Het citaat is afkomstig van Laurie Stone, recensent van The Village Voice, en Eileen Myles begint er een van haar verhalen mee. Met deze dappere zelfspot logenstraft Myles overigens Stones kritiek – en ook de mijne – want dit verhaal fileert op pijnlijk-lullige wijze de hetero-burgermansmoraal van vader is altijd de baas. Nog zo’n raak getroffen verhaal is ‘Foto door Robert Mapplethorpe’, waarin Myles beschrijft dat ze zich heeft laten fotograferen door Mapplethorpe. De foto belandde uiteindelijk op de fotomuur bij haar moeder thuis, in een goedkoop lijstje tussen neefjes, nichtjes, tantes, ooms en jolige picknicks.

Toe pak hem maar, zei mijn moeder toen ik de volgende keer thuiskwam en toen stond ze op en haalde hem zelf van de muur. Koop zelf maar een lijstje, oooh, verzuchtte ze toen ze het meedogenloze portret van mij uit de zwarte goedkope zwarte lijst schoof en daaronder mijn stiefbroer en zijn vrouw en vijf kinderen op de stoep voor hun huis aantrof. Het leek wel alsof je een Rembrandt ontdekt onder een oud Norman Rockwell-knipsel uit The Post, troep die rijp is voor de vuilnisbak of zo.

Dit verhaal brengt op rake wijze een verbinding tot stand tussen een zorgeloze, burgerlijke jeugd in de suburbs en de grauwe realiteit van de New Yorkse kunstwereld. Het is een subtiel en genuanceerd verhaal, waarvan er in Chelsea Girls helaas te weinig staan.

Wiebren Rijkeboer

Eileen Myles – Chelsea Girls. Vertaald door Evi Hoste en Anniek Kool. Lebowski, Amsterdam. 254 blz. € 19,99.