Wat we in anderen lezen

Oordelen is interpreteren, het toekennen van betekenissen. In Niets is onmogelijk, het nieuwe boek van de Amerikaanse schrijfster Elizabeth Strout, worden de verhoudingen tussen de personages voornamelijk bepaald door oordelen: hoe de personages elkaar zien en interpreteren. En de blik van de ander is machtig.

Niets is onmogelijk is een combinatie van Strouts succesvolle boeken Olive Kitteridge en Mijn naam is Lucy Barton. De structuur van Niets is onmogelijk is gelijk aan die van Olive Kitteridge: beide boeken zijn bundels korte verhalen die onderling zijn verbonden door enerzijds het personage Lucy Barton en anderszijds het personage Olive Kitteridge. De gebeurtenissen in de bundels overlappen elkaar niet zoals in een mozaïkvertelling; in het ene verhaal komt een personage ter sprake of vluchtig voorbij dat in een ander verhaal weer een centrale rol speelt.

Niets is onmogelijk is geen vervolg op de schitterende roman Mijn naam is Lucy Barton, want daarvoor is de rol die Lucy speelt in deze verhalen te summier. Ze wordt in vele verhalen genoemd door anderen, personages die haar kennen van vroeger, maar slechts in één verhaal, ‘Zus’, is ze het hoofdpersonage. Deze bundel heeft ook niet de densiteit dat Mijn naam is Lucy Barton tot zo’n geweldige roman maakt. Desalniettemin is het een goed boek, want wederom weet Strout gedoseerd en beheerst de menselijke verhoudingen weer te geven in haar kenmerkende heldere en strakke stijl.

De personages uit de verschillende verhalen zijn vrijwel allemaal bekenden van elkaar. Ze wonen of woonden in een klein plaatsje in het midwesten van de Verenigde Staten. Het enige verhaal dat zich buiten Amerika afspeelt is ‘Mississippi Mary’ waarin Angelina haar moeder bezoekt in Italië, het land waar ze na haar scheiding op late leefdtijd is gaan wonen. In dit verhaal wordt de Amerikaanse levenshouding kernachtig samengevat: I

edereen is altijd maar in beweging, had haar moeder gezegd, zo is het leven in Amerika. Naar het westen trekken, naar het zuiden trekken, opklimmen, afzakken, trouwen, scheiden, maar altijd in beweging.

Maar hoe vaak je ook beweegt, je afkomst raak je niet kwijt. De armoede waarin Lucy en haar neef Abel opgroeiden, is iets blijvends, hoe succesvol ze nu ook zijn.

Strouts personages staan telkens bloot aan de oordelen van anderen. Het is wat de filosofe Simone Weil ‘interpreterend lezen’ noemde: ‘Wij lezen in anderen, maar worden ook door anderen gelezen. Onderlinge storing van die interpretaties.’ De storing van de interpretaties, hoe de personages elkaar zien, zet de menselijke verhoudingen op scherp. De oorzaak hiervan is vaak het gebrek aan kennis over de ander, maar ondanks dit gemis blijft een oordeel niet achterwege, alsof oordelen een onderdeel van de menselijke conditie is. Volgens Weil is gerechtigheid: ‘Voortdurend bereid zijn om toe te geven, dat een ander iets anders is dan wat wij in hem lezen’. Niet alle personages in deze bundel zijn zo rechtvaardig.

In het afsluitende verhaal ‘Geschenk’ heeft Abel net met zijn familie een toneelopvoering van Dickens’ A Christmas Carol gezien. Hij gaat terug naar de schouwburg om de knuffel, die zijn kleindochter daar heeft laten liggen, op te halen. In het theater ontmoet hij een gefrustreerde acteur die in het toneelstuk speelde. De acteur ziet dat Abel een duur pak draagt en dus denkt hij dat Abel een rijk man is. Wat de acteur niet weet, is dat Abel vroeger straatarm was; zo arm dat hij uit vuilnisbakken at. De armoede uit het verleden is iets waar Abel nu nog steeds mee zit: ‘ik verontschuldig me niet voor mijn welstand – hij verontschuldigde zich toch, maar hij wist niet tegenover wie precies. In golven spoelde de schaamte spontaan over hem heen’. De schaamte zal hem nooit verlaten, zijn afkomst zal hij altijd bij zich dragen.

Dat is bij Lucy ook zo. Net als in Mijn naam is Lucy Barton is armoede een belangrijk onderwerp in Niets is onmogelijk. Als Lucy voor het eerst sinds de dood van haar vader terugkeert naar haar ouderlijk huis waar haar broer Pete nu woont, worden de onderlinge verhoudingen tussen Lucy, haar broer Pete en zus Vicky nog steeds bepaald door de armoede uit het verleden. Hoewel Vicky regelmatig financiële bijstand krijgt van haar succesvolle schrijvende zus, is ze afgunstig en doet ze alsof Lucy’s succes een vorm van verraad is. Het is een sterk verhaal – het beste uit de bundel – waarin Strout balanceert op de dunne scheidslijn tussen gevoel en sentiment en nooit haar evenwicht verliest, zodat de heftige emotionaliteit van het verhaal niet melodramatisch wordt.

Net als haar twee andere boeken is Niets is onmogelijk wederom een sterk boek. Een bundel compacte verhalen over menselijke verhoudingen die veelal worden bepaald door wat mensen in elkaar lezen.

Koen Schouwenburg

Elizabeth Strout – Niets is onmogelijk. Vertaald door Barbara de Lange. Atlas Contact, Amsterdam. 249 blz. €21,99.

Deze recensie verscheen eerder in het Friesch Dagblad van 17 juni 2017