Afgelopen maandag werd Het beste wat we hebben, de nieuwe roman van Griet Op de Beeck, in de markt gezet door een extra lang interview bij De Wereld Draait Door waarin ze vertelde over haar incestverleden. Ze heeft daar niet direct concrete herinneringen aan, maar baseert dat verleden op grond van meer dan honderd aanwijzingen die samen met een beschuldigende vinger naar haar vader wijzen. Matthijs van Nieuwkerk stelde maandag nog een omzichtige vraag waarin de therapeutische methode die leidt tot dit soort niet verifieerbare conclusies in twijfel getrokken werd:

MvN: ‘Zijn er mensen die reserve hebben bij hoe dit gaat? Zo’n analyse met een therapeut en dat je uiteindelijk tot de conclusie komt die eigenlijk – ik zeg het bijna in politietermen, dat moet je maar even niet kwalijk nemen – niet bewezen kan worden.
GOdB: ‘Het zijn dit soort vragen, en in die zin ben ik eigenlijk heel blij dat je hem stelt, waardoor slachtoffers blijven zwijgen. De angst om niet geloofd te worden is verschroeiend en verschrikkelijk en staat dat herstel keihard in de weg.

Max Pam gaat in zijn column in de Volkskrant vandaag ook door op de therapeutische methode. Hij haalt de studie Hervonden herinneringen en andere misverstanden van de psychologen H.F.M. Crombag en H.L.G.J. Merckelbach naar verborgen herinneringen aan.

Uiteindelijk luidt de conclusie van Crombag en Merckelbach dat hervonden herinneringen zelden kloppen en ‘berusten op een misverstand’. Waarmee overigens helemaal niet gezegd is dat incest en seksueel misbruik niet voorkomen, integendeel. Gezegd is alleen dat de hervonden herinnering een volkomen onbetrouwbare methode is om incest en ander misbruik op te sporen.

Pam eindigt met de oproep aan Op de Beeck om het werk van haar therapeuten eens voor te leggen aan Crombag en Merckelbach: ‘Het zou mij niet verbazen als hun conclusie voor haar heel wat draaglijker zal zijn.’ Lees de hele column van Pam hier (€).