Rosita Steenbeek schreef mee aan de herziene editie van Kort Amerikaans, de debuutroman van Jan Wolkers uit 1962. Die herziene editie verscheen in 1979 als veertigste druk van het boek, dat van de eerste letter tot de laatste punt werd herschreven. Steenbeek, die zelf in 1994 debuteerde als auteur, en Jan en Karina Wolkers vormden eind jaren zeventig een ménage à trois.

Dat onthult Onno Blom in zijn vandaag verschenen Wolkers-biografie Het litteken van de dood. De biograaf promoveerde op het boek aan de Universiteit Leiden.

‘Rosita deed allerlei suggesties, vooral voor de dialogen, waarvan Wolkers er veel overnam,’ citeert Arjan Peters uit de biografie in zijn bespreking in de Volkskrant van morgen. Peters verwijt Onno Blom dat hij niet laat zien wat in Kort Amerikaans 2.0 van Steenbeek is en wat van Wolkers.

In zijn bespreking citeert Peters ook een door hem teruggevonden passage die Terug naar Oegstgeest niet heeft gehaald:

‘Moet je kijken, die mensen in hun villaatjes. De zwarte vlek, de schaduw van mijn jeugd – ik dacht dat ik tot in der eeuwigheid met ze in de hemel zou moeten doorbrengen. En ik wist zeker dat ze hun meubeltjes ermee naartoe zouden nemen, en hun wandkleedjes en snuisterijen, dat ze er allemaal gezellige plekjes gingen maken waar ze met hun zondagse kleren in gingen zitten. Verschrikkelijk. Wat een bevrijding als je dan later merkt dat ze gewoon allemaal op de mesthoop gaan. Dat ze stront worden waar nog geen worm doorheen wil kruipen. De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen. Een schop onder je kont en de kuil in.’

De recensie van Arjan Peters is hier beschikbaar voor abonnees van de Volkskrant.