Of hij wel serieus werd genomen door de literaire critici, vroeg Jeroen Pauw gisteren aan de 60-jarige Herman Brusselmans die onlangs zijn 75-ste boek heeft afgescheiden. Over gebrek aan belangstelling heeft Brusselmans weinig te klagen. Vandaag worden er maar liefst twee bladzijden aan zijn werk besteed in de Volkskrant. Drie sterren krijgt de biografie van Rick Honings over Brusselmans maar recensente Aleid Truijens mist het antwoord op deze vraag:

Maar is Brusselmans ook een groot en onderschat schrijver? Moet hij bij leven een biografie krijgen?

Honings krijgt zijn sterren omdat hij soepel schrijft en een kundig onderzoeker is. Toch is Truijens niet overtuigd door alle navertelde romans:

Honings onderzoekt wat feit is in het oeuvre van Brusselmans. Maar wie kan dat iets schelen? Om dat te willen weten moet je een liefhebber van dat werk zijn.

Eén ster minder heeft recensent Arjan Peters over voor de meer dan 800 bladzijden tellende nieuwe roman van Brusselmans Hij schreef te weinig boeken. Hij schrijft over de ‘gierende leegte’ in het werk van de Vlaamse schrijver:

[…] dit zijn de notities van een man die alles heeft opgegeven, en die het moment van het uitgillen of er een eind aan maken vóór wil blijven door het op een gezever te zetten dat niet mag stoppen, omdat de volstrekte zinloosheid van zijn arbeid hem anders zal aanvliegen.

De laatste zin van het stuk van Peters over Brusselmans is meteen een antwoord op de vraag of literaire critici de schrijver wel serieus nemen:

Tegelijkertijd is het, anders dan die lui eenstemmig plachten te mekkeren, niet verwonderlijk dat Herman Brusselmans nooit een literaire prijs krijgt.

Het gesprek aan de tafel van Pauw ging onder meer over de vraag waarom Brusselmans gestopt was met roken.