Hi Mizzi,

In mijn Herinneringen aan mijn uitgevers staat het er zo:

‘In de relatie met mijn huidige uitgever, Contact, (het woord zegt het al) is er sprake van een kleine, hechte organisatie, in een eigen kantoor op zo ongeveer de mooiste locatie van de hele wereld, waar rust heerst en waar ik de weg ken. Kleinschaligheid heet zoiets tegenwoordig. Goed gedaan Bert, dacht ik nog, toen Bert de Groot, opperstalmeester van het VBK-concern, de wens inwilligde van Mizzi van der Pluijm, directeur bij uitgeverij Contact, om een meer zelfstandige status binnen de overkoepelende organisatie te verkrijgen.’

En even verderop:

‘Mijn veertigjarige zwerftocht door uitgeversland heeft mij door een grillig landschap gevoerd, bevolkt door ijdele roofridders, onbetrouwbare mooipraters, malafide boekhouders en koppige idealisten.’

Bert de Groot is inmiddels elders, we zitten nu opgescheept met Wiet de Bruijn, de lelijkste mooiprater van de gehele Broederschap, lees even mee hoe hij Geneviève Waldmann, de een of andere nieuwe zetbaas, introduceert: ‘Zij is een krachtige persoonlijkheid, met een aanstekelijk enthousiasme. Een leider met visie en flair en brede ervaring in alle facetten van het boekenvak.’

Mag ik even een teiltje, zeiden we vroeger.

Artikel 1 van onze Grondwet garandeert ons vrijheid van meningsuiting. Het verbaast me dan ook allerminst dat Wiet de Bruijn jou verboden heeft om tot 1 januari 2018 met je auteurs contact te hebben.

‘De minnaar, hij blijft bij zijn meisje’, dichtte Lucebert ooit, als je begrijpt wat ik bedoel.

Lodewijk