Niets meer dan een inkijkje in de Japanse samenleving

Het is 1939 in een buitenwijk van Tokyo. Twee Japanse broertjes verliezen door een dramatisch ongeluk hun ouders en worden liefdevol in huis genomen door hun wijze grootouders. Beide jongens proberen, met steun van die grootouders, ondanks de enorme berg tegenslagen die ze het hoofd moeten bieden -oorlog, bezetting, dode kinderen, zelfmoordplegende vrouwen en natuurlijk tot mislukken gedoemde liefdes- hun dromen na te streven.

In Straat van duizend bloesems doet Gail Tsukiyama niets meer dan een aardig beeld van de Japanse maatschappij in de afgelopen decennia schetsen. Zo blijkt de oudste broer, Hiroshi, bijvoorbeeld een groot worsteltalent en je volgt hem op zijn hobbelige weg naar de sumoworsteltop. Zijn broertje Kenji volgt, na een lange studie tot architect, uiteindelijk toch zijn hart en wordt een maskermaker. Tsukiyama diept beide tradities grondig uit en doet daarnaast nog een klein boekje open over onder meer geisha’s en de traditionele Japanse keuken. Kortom: de hele Japanse cultuur zoals westerlingen Japan kennen komt in een nogal beschrijvende stijl voorbij.

Om er voor te zorgen dat de lezer alle Japanse ins en outs die beschreven worden wel begrijpt is er achterin het boek een uitgebreide Japanse woordenlijst opgenomen waar de cursief gedrukte woorden uit het verhaal nog eens uitgelegd worden. Maar deze woorden werden ook al min of meer vertaald in de oorspronkelijke tekst. Deze omslachtige manier van schrijven (of vertalen) zorgt voor veel vertraging: ‘Later, toen er geen rijst meer was, werden bataten hun hoofdvoedsel, of een enkele kasutera, een dunne cake van Moskovisch gebak ter grootte van een broodje, die werd gemaakt van suiker, eieren en zelfrijzend bakmeel.

Gail Tsukiyama is de dochter van Chinese moeder en een Japanse vader. Zij werd geboren in San Francisco en het lijkt erop alsof ze met Straat van duizend bloesems een soort kleine geschiedenis van Japan heeft willen schrijven. Veel historische gebeurtenissen zoals de grote brand in Tokyo aan het eind van de Tweede Wereldoorlog komen uitgebreid aan de orde. Tsukiyama laat ook doorschemeren dat niet iedere Japanner zo oorlogszuchtig was als alle westerlingen denken, maar dat iedere vorm van verzet tegen de oorlog in de kiem gesmoord werd. De bedenkingen die de opa van de beide hoofdpersonen tegen de expansiedrift van de Japanners heeft, zijn wat dat betreft exemplarisch: ‘Ik vind het een treurig idee dat oorlog de manier moet zijn om macht te verwerven.’

Voor iedereen die ook maar een klein beetje van Japan of de Japanse cultuur afweet is Straat van Duizend Bloesems geen uitdaging. Je ziet bij veel gebeurtenissen in dit boek al van mijlenver aankomen wat er staat te gebeuren. De beide broers overkomt zoveel leed en ze veren iedere keer weer zo veerkrachtig op dat dat de geloofwaardigheid van de personages behoorlijk in de weg staat.

Uiteindelijk heeft het uitlezen van Straat van duizend bloesems in ieder geval één heel groot voordeel: het bekijken van een sumoworstelpartij zal nooit meer hetzelfde zijn, want je bent na het lezen van deze kleine 450 pagina’s wel behoorlijk bijgelezen over alle worstelregels.

Cilla Geurtsen

Gail Tsukiyama – Straat van duizend bloesems. Atlas, Amsterdam, 446 blz. € 15,-