Zie de foto op Flickr.

Je hebt mannen die mooi oud worden en je hebt mannen die er mooi uitzagen toen ze zo rond de twintig waren. Paul Auster hoort een beetje bij de laatste categorie. Hij sleept zijn verloren gegane jeugd mee op zijn gezicht. Dat is niet erg, schrijvers mogen dat.

Kun je aan het gezicht van iemand zien hoe zijn boeken zijn? Ik zie een licht kwaadaardig trekje, een flinke dosis ironie in de Modiglianiogen, wenkbrauwen die niet weten wat ze willen, neergaande lijnen bij de mondhoeken, maar toch een glimlach: hier zit iemand die je goedmoedig beentje weet te lichten. Of schrijf je al die kenmerken aan hem toe omdat je juist die boeken kent en zit hier een schrijver gewoon lekker op een terras, terwijl achter hem een aantal mensen lawaai maken en voor hem een man met een Leica zit die ‘Smile’ zegt.