Een stinkende Reynaert

Uitgeverij Atlas geeft bijzondere stripboeken uit of beter gezegd, om het genre wat op te pimpen, graphic novels. Onlangs werd hier al de verstripping van Het proces van Kafka besproken. Nu ligt geen vertaling maar een eigen productie in de schappen: Reynaert de Vos door Marc Legendre en René Broens. Om maar meteen de ergste kritiek in het begin te spuien: het boek stinkt.

Zelden heb ik een boek opengeslagen en zo’n indringende, scherpe nare lucht geroken. Je kunt slechts een paar bladzijden per keer verdagen en dan moet je naar buiten om even een luchtje te scheppen. Misschien verdient het aanbeveling om het boek eerst in een plastic zak in de vrieskist te leggen en een nachtje te laten liggen, misschien trekt de lucht er dan een beetje uit. Boosdoener is de inkt natuurlijk en de keuze van de makers om het boek op zwart te laten drukken, waardoor de hele pagina besmeurd is met inkt. Behalve de penetrante stank is het resultaat van deze actie dat het hele boek erg donker oogt. Op sommige pagina’s is zelfs nauwelijks te zien wat er gebeurt. Ik kan me niet voorstellen dat Marc Legendre, die eerder zelfs genomineerd werd voor de Libris Literatuur Prijs met Verder tevreden is met dit resultaat. (Op de site van de uitgever is een voorbeeld te zien op pdf waar de kleuren veel helderder zijn en je veel meer ziet dan in het boek).

Het is niet de enige keuze die ongelukkig is. René Broens vertaalde de middeleeuwse tekst van de auteur die wij alleen als Willem kennen. Een populaire onderneming, want een paar jaar geleden verschenen er ook al twee nieuwe vertalingen, van Ard Posthuma en een van Karel Eykman. Broens heeft de tekst in ‘jambische viervoeters’ vertaald en daar waar de kopiisten steken hebben laten vallen hier en daar een woord toegevoegd of weggelaten om de tekst metrisch beter te krijgen dan wij die uit overlevering kennen. Dat is een heel mooi streven, ware het niet dat de jambische viervoeters niet meer te herkennen zijn in de tekstblokjes bij de strip. De makers hebben er daar voor gekozen om de tekst als prozablokjes in de plaatjes te zetten. Als lezer moet je maar terugtellen waar die jambische viervoeters beginnen en eindigen.

Voorbeeld:

Prachtige onherkenbare jambische viervoeters en bovendien rare volgorde in gezet om te krijgen rijm. Vergelijk dat krakkemikkige begin van Broens eens met het vlot weglezende begin van Posthuma:

Willem, die Madocke schreef,
waar hij lang voor wakker bleef,
hem zat dwars dat er op heden
van Reynaerts wederwaardigheden
in onze taal geen boek bestond
(Aernout kreeg het werk niet rond)
zodat hij in Franse boeken
Reynaerts vita uit ging zoeken
voor een werk in onze taal.
God helpe hem bij zijn verhaal.

Broens struikelt met zijn jambische viervoeters door de tekst heen, maar nergens leest de tekst vlot weg.

Daar waar de tekeningen van Legendre wel goed te zien zijn, kun je constateren dat hij gekozen heeft voor een harde, realistische weergave van het verhaal. Daarmee valt de grappige, spottende kant van het verhaal wat weg: het bloed spat van de bladzijden: Reynaert goes horror. Af en toe laat Legendre zien dat hij niet van de straat is en dan zien we verwijzingen naar klassiekers uit de schilderkunst en dat doet hij goed en mooi, maar toch kunnen we niet onder de constatering uit dat dit hele project op een jammerlijke mislukking is uitgelopen.

Coen Peppelenbos

Marc Legendre en René Broens – Reynaert de Vos. Atlas, Amsterdam, 132 blz. € 24,90.