‘Hoe het bijkwam, weet ik volstrekt niet, maar wiskunstig zeker is het, dat mijn Wijf, mijn Dienstmaagd, mijn Paard en mijn Hond, bijna op één en hetzelfde oogenblik, teffens in het water vielen. Het geval wilde, dat zij alle vier in dergelijk eene rigting kwamen te leggen, dat ik er slegts één van behouden kon, dat de overige drie noodwendig verdrenken moesten, en dat de keuze, wie van hen vieren te redden, geheel aan mij was overgelaaten’.

Zo begint Reize door het Aapenland, een boek uit 1788 dat een satirisch inkijkje biedt in het politieke leven op het eind van de 18e eeuw. Ik moet er de laatste tijd – om voor de hand liggende redenen – af en toe aan denken. Vandaag vond ik hem terug op mijn plankje ‘historisch letterkundige werken waar ik nooit veel aan heb gevonden maar die ik om de een of andere reden nooit naar de Slegte heb gebracht’. Ik sloeg hem open en zag dat ik in de voorbereiding van het tentamen 18e eeuw op blz. 13 een zin had onderstreept:
‘Opnieuw laat de schrijver ons zien, hoe eigenbelang en bruut geweld zich maskeren onder het mom van de volksdemocratie.’

Waarom onderstreept een studentje van 21 zulke passages? Waarom onderstreept een student überhaupt iets? Om in het zweetkamertje bij dr. P Verkuyl met de juiste antwoorden op de proppen te kunnen komen. Om zichzelf diens sarcastische opmerkingen te besparen. Daarom. Maar op welke vraag zou ‘opnieuw laat de schrijver ons zien etc.’ ooit een antwoord kunnen zijn? Ik ben bang dat ik deze zin destijds heb onderstreept, omdat ik vond dat hij een waarheid uitdrukte waar ik niet omheen kon. Ontroerend. Ik had pas één keer gestemd (op de PSP) en de grootste populistische partij (De Centrumpartij) had bij de verkiezingen in 1982 slechts 68.363 stemmen binnengehaald. Ruim twintig keer zo weinig als de riante 1.454.493 stemmen waarmee het Aapenland dat ik in 1985 vreesde in 2010 definitief zijn beslag kreeg. Ik herinner het me niet heel precies, maar ik sluit ook niet uit dat ik aan de DDR dacht toen ik die zin onderstreepte. Dat doet er ook niet zoveel toe. Waar het om gaat is dat het geen kwaad kan zo nu en dan eens iets van je plankje ‘historische letterkundige werken waar je nooit veel aan hebt gevonden maar etc. te pakken. Net als het CDA-kamerlid Biskop, eerder deze week , toen-ie Ter Braak citeerde:
‘Die schreef in 1937 onder meer over ‘een politieke beweging die niets anders doet dan ressentiment exploiteren’; die was bezig ‘met het stimuleren van boosheid, niet werkelijk geïnteresseerd in oplossingen en zonder ideeën. Een beweging die ook geen oplossingen wil, omdat ze de misstanden nodig heeft om te kunnen blijven schelden en haten (…) Het maatschappelijk ressentiment wordt botgevierd op een zondebok die de schuld krijgt van alles. Tegelijk beschouwt deze beweging zichzelf als het eeuwige slachtoffer van ‘links’ of ‘de elite’, en koestert ze een diepe weerzin jegens intellectuelen, kosmopolieten en iedereen die en alles wat ‘anders’ is…’ (bron: de Volkskrant)

Van het Aapenland van 1788 via de nazi’s naar het Aapenland van 2010. Dronken achter het stuur te hard rijden met gedoofde lampen, je in de schulden steken om in te dure auto’s te kunnen rijden, misleidende porno- en datingsites exploiteren, knokpartijtje hier, intimidatietje daar. Wilders staat ertussen als de hoofdpersoon in de openingsscène van Reize door het aapenland. Een onmogelijke opgave. Niet voor niets heet dat hoofdstuk ‘door lang delibereeren alles verloren’.

Hoe het afloopt, vraagt u zich terecht af. Wel:
‘Ik zat op een hoogen boom en beschouwde de zieltoogende aapennatie met weenende oogen! Ik schreide en weeklaagde drie dagen en nagten, waarna ik in een diepen slaap viel.’

Erik Nieuwenhuis