Oog om oog

De literaire thriller is een nepgenre, in de jaren negentig verzonnen door uitgeverij Anthos om een aantal frisse door vrouwen geschreven thrillers wat beter in de markt te zetten. Veel literairs viel er aan die boeken niet te ontdekken en het genre werd dan ook al snel door de serieuze kritiek ontmaskerd. Toch is het interessant om de schijnbare tegenstelling die de genrenaam lijkt te vormen even los te laten en hem toe te passen op een actuele roman: De held van Jessica Durlacher.

Ontmoet Sara Silverstein, die na de dood van haar joodse vader slachtoffer wordt van een aanranding en een extreem gewelddadige nachtelijke overval op haar huis en gezin, juist op het moment dat haar zoon in de Verenigde Staten traint voor marinier in het Amerikaanse leger. Voer voor een spannende thriller. Volgens beproefd recept wordt spanning gecreëerd: al in de eerste zin schrijft Sara dat uit alles wat haar is overkomen blijkt dat haar vaders bezorgdheid niet voor niets is geweest. In het verhaal dat volgt doet zij uitgebreid uit de doeken wat er gebeurde, haar verhaal af en toe onderbrekend om ons te herinneren aan onze informatieachterstand. Aan het eind zijn de daders gestraft en is de orde hersteld.

Maar zo simpel is het niet gesteld met deze roman. In een slechts door dialogen onderbroken monologue interieur, vol grote woorden, soms moeizame formuleringen, herhalingen en mooie metaforen, schetst Durlacher een wanhopige vrouw die haar twijfels ziet samenballen tot vergelding, wraak: ‘De woede is mijn vriend. De woede is de enige vriend die ik nu kan verdragen.’ Ze slaapt amper en die staat wordt stilistisch uitgebuit. Sara koppelt de keten van noodlottigheden aan de weggevallen overdreven bescherming waarmee haar vader haar altijd bejegende. In haar zoektocht naar de daders doet zij ontdekkingen die de misdaden verbinden met haar vaders verhalen uit de Tweede Wereldoorlog. Evenals de onaangekondigde en voor haar totaal onaanvaardbare keuze van haar zoon voor het leger, overvallen haar wraakgevoelens haar. Hoe is die geweldsfascinatie haar gezin in geslopen? Mooi symbool hiervoor is het pistool dat zij vindt, vastgeplakt onder het bureau van haar overleden vader. Was hij toch niet zo vredelievend als zij dacht?

En parallel aan de worsteling van Sara begin je als lezer ook te worstelen met de bedoelingen van de schrijver. Langzamerhand beginnen standpunten door de tekst heen te schemeren. Dat ‘oog om oog, tand om tand’ volkomen begrijpelijk is; dat de politie in Nederland misdaden niet oplost; dat er zoiets bestaat als het ultieme kwaad en dat dit wordt belichaamd door de eeuwige antisemiet; dat bloedwraak onomkeerbaar is. En wat te denken van de term ‘muzelman’, die Durlacher gebruikt in de betekenis ‘een gevangene die ieder gevoel van moraal kwijt is’, maar die ook ergens anders naar kan verwijzen. Radicaliseert Durlachers personage? Zo zwart-wit ligt het gelukkig niet helemaal. Want wie de titelheld is laat Durlacher in het midden. Is dat de zoon die de heftige fantasieën tot eigenrichting van Sara uiteindelijk realiteit maakt of is het de vader die in een brief aan een vriendje hoog opgeeft over de NSB’ers die hij heldhaftig neer heeft geknald terwijl hij in werkelijkheid tot zijn dood in schaamte leeft omdat dit een verzinsel is?

Conclusie: Jessica Durlacher heeft een echte literaire thriller geschreven, een goede.

Martijn Nicolaas

Jessica Durlacher – De held. De Bezige Bij, Amsterdam. 384 blz. € 19,90.