Thomése is een begenadigd componist

‘Het enige wat hij hoeft te doen, is vertrouwen op een goede afloop. Vertrouwen op het innerlijk kompas dat hem steeds de juiste richting wijst. Naar een gesloten deur in dit geval, zoals wij aanstonds zullen merken.’ Het is wel even wennen aan de alwetende verteller die de lezer toespreekt en stuurt in de meest recente roman van P.F. Thomése. De weldoener doet daardoor in eerste instantie ook wat ouderwets aan. Maar zodra het verhaal van de componist Theo Kiers, alias Sierk Wolffensberger, eenmaal op gang is gekomen, wil je niets liever dan deze roman in één ruk uitlezen.

Ook in dit werk probeert Thomése door middel van het nauwkeurig beschrijven van gebeurtenissen een situatie zo helder mogelijk op papier te krijgen. Meerdere malen wordt eenzelfde episode op twee verschillende manieren verwoord en daarmee geeft Thomése een diepe inkijk in het karakter van zijn hoofdpersoon. Een hoofdpersoon die graag meer uit het leven had gehaald, die er meer van had willen maken, maar die vast zit in een mislukt huwelijk en een mislukte carrière. Op een gegeven moment vindt Kiers een op sterven na dood meisje en op dat moment besluit hij dat hij het eindelijk allemaal anders gaat doen: ‘Er is iets in werking gesteld dat door niemand nog persoonlijk wordt beheerst, zo lijkt het. Het heden strekt zich naar alle kanten uit. Door de zorg voor haar op zich te nemen, is hij in een ander, een nieuw leven terecht gekomen, waar ineens alles mogelijk is.’

Maar niets is natuurlijk minder waar. Je neemt altijd weer jezelf mee en al je routines over boord gooien blijkt zo eenvoudig nog niet. Dat weet natuurlijk de alwetende verteller, maar ook iedere lezer zal daar ervaring mee hebben. ‘Zijn leven lang zit hij al gevangen in zijn eigen onvoltooidheid, met uitzicht op een heden dat onbereikbaar voor hem blijft. Hij hoopt dat zij een oplossing voor hem heeft, betoverend uit de damp oprijst en alles vanzelf sprekend maakt.’ Kiers heeft mooie ideeën in overvloed. Maar deze in de praktijk brengen? Dat is heel andere koek.

Het meisje dat Kiers vindt blijkt intussen ook nog eens de dochter te zijn van Kiers’ grootste concurrent. Thomése weet zonder dat hij Liesje, alias Alicia, alias Beertje, aan het woord laat heel goed weer te geven wat de frustratie van deze jongedame is. Liesje wordt door haar moeder beschouwd als herkansing, degene die het goed kan maken. Voor haar vader is ze niets meer dan een talentje dat hij tot wasdom wil brengen, verder betekent zij niets voor hem. Maar ook bij Kiers draait het uiteindelijk meer om hemzelf dan om de tiener die hij onder zijn hoede neemt. ‘Waarom doet Beertje hem dit aan? Hij heeft het druk genoeg, dat weet ze toch? Een man als hij is altijd bezig een gedachte te volgen, dan is het uiterst vervelend om telkens afgeleid te worden.’

De weldoener bestaat uit twee delen, ‘De redding’ en ‘De vlucht’, waarin de wegen van Kiers gevolgd worden. In het middenstuk, dat toepasselijk de titel ‘Koor, tegenstemmen’ heeft gekregen, laat Thomése even de ouders van het verdwenen meisje aan het woord. Qua opbouw een zeer effectief intermezzo. Ook spiegelen de gebeurtenissen in De weldoener mooi met het Passieverhaal: het hele boek draait immers om het thema wedergeboorte, opstaan uit de dood, een nieuw leven. Thomése blijkt al met al, in tegenstelling tot zijn hoofdpersoon in De weldoener weer een begenadigd componist. Je moet alleen wel een aardig mondje Frans lezen om de dialogen tussen Kiers en zijn vrouw te kunnen volgen.

Cilla Geurtsen

P.F. Thomése – De Weldoener. Contact, Amsterdam/Antwerpen, 350 blz. € 19,95.