Schrijver Joris van Casteren wordt niet vervolgd wegens belediging in zijn boek Lelystad. Dat maakte het Openbaar Ministerie zojuist bekend in een persbericht. Verschillende bewoners van Lelystad dienden vorig jaar een aanklacht in tegen de schrijver. Ze voelden zich gekwetst door passages uit Lelystad, het boek dat Van Casteren in 2008 bij uitgeverij Prometheus publiceerde. Om welke passages het precies ging, kon de woordvoerster van de politie Flevoland destijds niet zeggen, en ook niet wat de aanklacht precies inhield. Wel liet zij weten dat de politie Flevoland onderzoek deed naar de aanklacht.

In september 2010 besteedde de actualiteitenrubriek Nieuwsuur ook aandacht aan de kwestie. Het programma liet de bewoners aan het woord. Zij vonden dat ze onjuist getypeerd worden in Lelystad, en dienden daarom een aanklacht in wegens laster. Pas toen werden ook enkele passages aangehaald die zij als kwetsend beschouwden. Zo wordt één van de bewoners in het boek beschreven als een kind dat veel legerspeelgoed heeft. Zijn bezwaar was dat hij als ‘oorlogszuchtig’ wordt bestempeld in Lelystad.

De uitspraak van het Openbaar Ministerie volgde dus vandaag, een half jaar later. In het persbericht staat:

De officier van justitie van het Openbaar Ministerie (OM) in Lelystad heeft besloten geen vervolging in te stellen naar schrijver Joris van Casteren. Drie personen hebben aangifte tegen de auteur gedaan wegens belediging. Zij vinden dat hij zich in zijn boek ‘Lelystad’ onnodig kwetsend over hen heeft uitgelaten.

De officier van justitie vindt dat Van Casteren zijn interpretatie van de werkelijkheid heeft gegeven:

De officier van justitie heeft niet alleen gekeken naar de als kwetsend ervaren passages, maar naar de volledige inhoud van het boek. Hij concludeert dat ‘Lelystad’ de ontwikkeling van Lelystad, als stad in opbouw, beschrijft. Deels vanuit feitenonderzoek en deels vanuit de subjectieve beleving van de schrijver die in Lelystad opgroeit. In zijn verantwoording in het boek staat dat alles in het boek waar gebeurd is. Volgens de officier van justitie heeft de schrijver dit als volgt bedoeld: wat ik in dit boek schrijf is mijn interpretatie van de werkelijkheid.