Een paar keer glimlachen

Fleur van Groningen (1982) is een schoonheid, die niet te verlegen is zich in weinig verhullende poses te laten fotograferen. Ze tekent cartoons voor het tijdschrift Goedele. Die zijn geestig tot zeer geestig. Nadat ik deze had gezien, was ik verkocht. Jong, mooi, ambitieus én grappig. En dan ook nog een boek met de fijne titel Haal het slechtste uit jezelf dat door de uitgever wordt aangeprezen als ‘ironisch tegengif voor alle ‘how to boeken’.’ Rijk geïllustreerd (‘geil met twee puntjes’) ‘hilarisch en – jammer genoeg – uiterst herkenbaar. Fleur Van Groningen houdt elk van ons een genadeloze spiegel voor.’

Ik heb in die spiegel gekeken, ik zag mezelf maar zelden. Van Groningen schetst per onderwerp (eenzaamheid, frustratie, jaloezie, rancune, spijt etc. etc.) twee beelden waarin de lezer geacht wordt zichzelf te herkennen. Beeld A is onveranderlijk de gewenste sterke persoonlijkheid, ‘een bewust mens’ in haar woorden. Beeld B schetst de zelfdestructieve, jaloerse, altruïstische minkukel die niemand wil zijn. (De schrijfster zelf in elk geval niet.) Het zal aan mij liggen, maar dat ‘hilarische’ ontging me. Ik moest een paar keer glimlachen, altijd om de cartoons. De ‘ironie’ is van de allereenvoudigste soort: ze beweert het tegenovergestelde van wat ze in haar hart denkt en gelooft. Omdat je die truc na vier bladzijden wel kent, wordt het een stilistisch kunstje, dat snel gaat vervelen. Vooral ook omdat het jargon nauwelijks afwijkt van de zelfhulpboeken waar Haal het slechtste uit jezelf een parodie op wil zijn:

U bent duidelijk nog niet van uzelf overtuigd en u hoopt dat andermans goedkeuring daar verandering in zal brengen.

In de epiloog verklaart ze – enigszins ten overvloede – waar het haar om te doen was:

Ik wil weten wie ik ben en wat de oorzaken en de context van mijn emotionele en rationele reacties zijn (…). Algauw bleek dat het schrijven en tekenen van dit boek een ingrijpende transformatie in gang zette die me tot diep inzicht en zelfacceptatie bracht.

Niks mis mee. Laten we er niet over mopperen, dat een schrijver als Voskuil hetzelfde nastreefde, maar er een heel mensenleven en negen vuistdikke boeken voor nodig had om te ontdekken, dat hij een onbereikbaar ideaal najoeg. Dat een grootheid als Cesare Pavese zichzelf genadeloos analyseerde in het droevige Het leven als ambacht maar uiteindelijk zonder diep zelfinzicht en/of acceptatie een eind aan zijn leven maakte. Van Groningen is nog jong en ze wil wat. Maar naar mijn oordeel wil ze te veel en in elk geval te snel. Een boekje van 123 bladzijden met wisecracks van het niveau ‘Het ego is een subpersoonlijkheid met een zelfvernietigend vermogen’ gaat er bij de jeunesse dorée van 28 jaar en jonger vast in als gods woord in een ouderling. Ik ben een vieze, cynische oude man van boven de veertig. Ik vraag me bij het lezen van zulke waarheden altijd af: is dat wel zo? En belangrijker: waarom zou ik dat van haar aannemen? Als ik dan toch een gelukkig mens wil worden (en wie wil dat niet?) waarom zou ik háár dan als goeroe accepteren? Bij welke grote wijsgeren is ze in de leer geweest? Een literatuurlijst ontbreekt en haar uitgever zwijgt in alle talen over de bronnen van haar wijsheid. Op haar eigen website lezen we ‘Fleur is 26 en staat, zonder diploma maar met knikkende knieën en een dikke map onder de rechterarm, voor de draaideur van Sanoma.’ Geen indrukwekkende staat van psycho-analytische dienst. Een levenskunstenares, op z’n best. Een talentvolle levenskunstenares, zeker. Ze kan prachtig tekenen. Ze heeft een mooi, rauw gevoel voor humor. Maar voor wegwijzer in de richting van ‘innerlijke grootsheid, de volledige identificatie met die kracht’ (whatever that may be) heeft ze vooralsnog onvoldoende gewicht. Jammer.

Erik Nieuwenhuis

Fleur van Groningen – Haal het slechtste uit jezelf. Lannoo, Tielt. 124 blz. € 14,99.