Ooit schreef ik lange, idiote lemma’s. Facebook was nog voor Harvard-studentjes, FarmVille voor Texaanse cowboys, Chess voor stamgasten van Café Wolthoorn & Co. Wikipedia was mijn schouwtoneel en mijn uitlaatklep. Elke nul moest een één worden.

Maar de grijze muizen en de kommaneukers namen de overlegpagina’s over. Elke door mij aangebrachte wijziging in een lemma, hoe miniem ook, werd door moderators subiet ongedaan gemaakt, bediscussieerd, herschreven, afgebrand, opnieuw geplaatst. Zo werd het nut van de bibliofiele bibliografie van Gerrit Komrij binnen een dag in twijfel getrokken. Wikipedia: een politiestaat.

Dichters zijn ook niet dol op de online-encyclopedie. Het was Komrij die Wikipedia onlangs met de oude Winkler Prins vergeleek: ‘Prachtig, maar gammel. Snel, maar ongelijk van kwaliteit. Nu eens bizar uitgebreid over iets onbenulligs, dan weer te summier over zaken van tijdlozer aard.’ Vervolgens stoeiden een Wikipedist en een Wikipediaan met deze uitspraak op de overlegpagina van het lemma Gerrit Komrij. Een metadiscussie in de klassieke Wiki-traditie. Die overlegpagina’s hebben de opmaak van een voetnoot bij een voetnoot bij een voetnoot ad infinitum.

Menno Wigman zag in 2010 een zinnetje uit een oud interview uitvergroot terug in zijn lemma. In Knack was hij boos: ‘Een of andere onbenul heeft op mijn Wikipedia-pagina geschreven dat ik een, twee goede gedichten per jaar schrijf en sindsdien ga ik door voor de luiste dichter van het land.’ Die uitspraak, vergelijkbaar met ‘Wigman’s production rate is not high’ (Poetry International), werd kort daarna geschrapt. Wiki ziet alles.

Die onbenul, overigens, dat was ik.

Nick ter Wal

Voor

Na