De meeste mensen dachten dat het schrijversbestaan een aaneenschakeling was van romantische pleziertjes. Martin net zo hard, daarom probeerde hij in het midden van een leven dat hem verder weinig had opgeleverd zijn jongensdroom alsnog waar te maken door zijn roman op te sturen aan een uitgever met een postcode tussen 1000 en 1100. Hij kreeg een brief waarin stond dat zijn manuscript in goede orde ontvangen was en dat de beoordeling nog even op zich zou laten wachten. Drie moordende maanden lang moest hij de verhalen aanhoren van mensen die nog nooit een manuscript hadden ingestuurd: dat je met hartenbloed geschreven roman toch op de grote hoop zou belanden; dat ze er niet eens naar keken, of hooguit de eerste tien regels lazen; dat een boek dat begon met ‘badend in het zweet werd hij wakker’ geen enkele kans maakte en dat er van de duizend boeken die per jaar op de mat van de uitgever belandden, uiteindelijk maar één in druk verscheen, maar dat het toch goed was dat hij het had geprobeerd, omdat niet geschoten altijd mis was en een boek dat niet werd uitgegeven evenzogoed van onschatbare waarde kon zijn voor degene die het had geschreven. Hij had een brief verwacht. Het werd een telefoontje van een enthousiaste redactrice, die hem complimenteerde met het manuscript waar, zo zei ze, ‘de kwaliteit vanaf droop’. Toen hij het eerste exemplaar kreeg overhandigd, tijdens de presentatie in voorwaar niet het goedkoopste restaurant met een postcode tussen 1000 en 1100, voelde hij aan alles dat het feest kon beginnen. Wat er precies misging met de foto is een saai verhaal. Dat hij George Clooney niet is, weet hij zelf ook wel. Maar hij weet eveneens, dat je met de paardenbek waarmee hij potentiële lezers van ‘Thuisland’ vanaf de achterflap aangrijnst, geen boeken verkoopt. ‘Het gaat om de inhoud,’ zeggen nu dezelfde mensen die hem eerst voorhielden dat zijn manuscript niet zou worden geaccepteerd. Dat kan wel zo zijn, maar zonder aaneenschakeling van romantische pleziertjes vindt hij het schrijverschap voorlopig weinig aan.

Erik Nieuwenhuis