Arjan Peters schreef in de Volkskrant een column over de verkoop van schrijversbrieven en -manuscripten. Jaap Goedegebuure had zijn paperassen van Jeroen Brouwers te gelde gemaakt bij het Letterkundig Museum. Theo Sontrop deed afstand van hem geschonken boeken, voorzien van een opdracht, zoals het eerste exemplaar van Nootebooms Rituelen (1980). Moraal van Peters’ verhaal: niet doen. Verkwanselde vriendschappen.

Toen ik in september 2011 beroepshalve een nieuwsbrief met uitgaven van A.L. Snijders rondstuurde, kreeg ik in de dagen erna enkele verontruste e-mails en zelfs een telefoontje. Of ik mijn boekenplank had verzilverd. ‘Lekker gecasht?’ In nummer 16 van de nieuwsbrief werd immers een handgeschreven opdracht van Snijders in De incunabel (1994) geciteerd: ‘Voor [X.]/ (de tegenvoeter/ van Marius 7)/ die niet kan/ autorijden,/ maar wel kan/ verzamelen./ Buddenbrooks/ jan 09/ (sign.)’. Dat kon niemand anders zijn dan die rijbewijsloze verzamelaar te Groningen.

Een ‘[X.]’ is blijkbaar niet niks. Vul zelf maar in. Mijn aanwezigheid in de Haagse boekhandel Buddenbrooks in januari 2009 valt niet te ontkennen. Ook heb ik toen een boek laten signeren. Dat was echter geen exemplaar van De incunabel – dat kreeg ik pas een jaar later te pakken. De sympathieke ‘tegenvoeter’ van Marius Zeven stond voor me in de rij.

Nick ter Wal

[youtube]https://www.youtube.com/watch?v=1rD5abaVfNY[/youtube]