De duivelse variant van Rambo

Wie ouder wordt, sleept herinneringen met zich mee. Hoe ouder je wordt, hoe meer herinneringen. In de roman Dinsdag van Elvis Peeters (de nom de plume voor zijn vrouw Nicole Van Bael en zichzelf) is een oude man aan het oord. Alles is vervallen, zijn huis, zijn omgeving en zijn lichaam. Geestelijk is echter alles in orde en je volgt hem een dag, van opstaan tot slapen gaan – met de suggestie van de eeuwige slaap – waarbij flarden herinneringen door zijn hoofd spoken.

Peeters vertelt de herinneringen in de ik-vorm, terwijl hij voor het heden een personale verteller gebruikt. Een aardige keus, alsof het verleden meer leeft, heftiger aanwezig is dan het heden. Dat klopt in dit geval ook, want die oude man die de hele dag wat rondkeutelt en zijn huis provisorisch onderhoudt, heeft een heftig leven achter de rug.

We komen over zijn twee grote liefdes te weten. Erna, de prostituee die haar beroep vaarwel zegt en de laatste jaren van haar leven deelt met de hoofdpersoon, totdat de kanker haar weghaalt. Daarna Simone, die al vroeg dementeert en wordt weggeborgen in een verzorgingstehuis. Voor deze vrouwen is hij oneindig zorgzaam en liefdevol, alhoewel kleine sadistische trekjes een andere aard verraden. Waarom zou je anders de kat van je vrouw van het balkon sodemieteren? Die wrede, harteloze kant komt meer naar voren in het deel over de jonge jaren van de hoofdpersoon die hij doorbracht in Congo. Daarheen gestuurd omdat hij in zijn eigen dorp een meisje had verkracht.

Als de Congoleze avonturen beginnen, wordt het literair minder interessant. Had je daarvoor nog een oudere man bij wie je een heftig verleden vermoedde, daarna wordt de hoofdpersoon een platte held, een kruising tussen de Terminator en Rambo, maar dan de duivelse variant ervan. In Congo belandt hij midden in een vrijheidstrijd en dan zien we onze Belg opeens veranderen in een meedogenloze schurk die vrachtwagens, vliegtuigen en boten kan besturen, die nonnen verkracht (maar godzijdank niet de tieten afsnijdt of priesters ontmant, want hij is blank en geciviliseerd), die apen uit de boom schiet, die niet opkijkt van een moord meer of minder. En zo heeft Peeters binnen enkele tientallen bladzijden de roman zo plat als een dubbeltje gemaakt. Net als in de vorige geweldsorgie Wij van Peeters doen de personages maar gewetenloos iets en net als toen kun je je ook nu niet aan de indruk onttrekken dat het allemaal effectbejag is.

Peeters zal zich wel weer verdedigen met het argument dat deze zaken ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden tijdens de strijd in Congo, maar dat wil nog niet zeggen dat je een literaire roman creëert als je in het echt begane gruweldaden achter elkaar opschrijft. Wat een evenwichtige roman leek te worden, wordt een stripverhaal in het gruwelgenre. Misschien is de Tweede Wereldoorlog wel een volgend nieuw leuk projectje voor de Peetersjes.

Coen Peppelenbos

Elvis Peeters – Dinsdag. Podium, Amsterdam. 172 blz. € 17,50.