Ook de verleidingen zijn van God

Wie het fraai uitgegeven boekje Tederheid en storm openslaat, denkt eerst met een uitgave in de Grote Letter Bibliotheek te maken te hebben. Er is een foute inschatting gemaakt of men had verwacht dat de lezing van Jan Fontijn over de persoonlijkheid Jacob Israël de Haan veel langer was. Los daarvan is het een met zorg uitgegeven boekwerkje waarbij van de lezer enige voorkennis verwacht over de behandelde schrijver.

Fontijn maakt een psychologisch portret van de schrijver, een visie op de mens. Geen geringe taak.

Dit stuitte op allerlei problemen. Allereerst was het de al eerder gesignaleerde onrust in zijn persoonlijk, maatschappelijk en geestelijk leven. Die onrust manifesteerde zich op allerlei niveaus: psychisch, sociaal, politiek, literair, fysiek, religieus, filosofisch. De grote vraag is: zat er systeem in die ‘madness’, in de onrust.

Niet de periode waarin hij de destijds aanstootgevende werken Pijpelijntjes en Pathologieën schreef neemt Fontijn als uitgangspunt, maar de tijd dat De Haan (tot aan zijn gewelddadige dood) in Palestina verblijft. Tot die tijd is De Haan al overal een outcast geworden: in het gezin, door de ontdekking van zijn homoseksualiteit, in het socialisme, in de ‘noodoplossing’ van het huwelijk. Je voelt aan dat Fontijn de volgende stap – De Haan als zionist – ook in dat kader zal zien. Hij komt tot zijn visie door de correspondentie die De Haan voerde (met onder meer Frederik van Eeden) en het grote aantal bijdragen (meer dan vierhonderd stukken) dat De Haan leverde aan het Algemeen Handelsblad.

In het boek zijn tien van die feuilletons uit de krant overgenomen en de keuze daaruit laat duidelijk zien hoe De Haan geniet en worstelt met zijn nieuwe leven. Na de allereerste indrukken van het nieuwe land gaat hij over tot beschrijvingen van de dagelijkse sleur en het samenleven met de Arabieren. Een Joodse staat is nog niet dichtbij, ook in die tijd laaien de onlusten op. Toch merk je bij De Haan een fascinatie voor de Arabieren, niet in het minst vanwege de fysieke aantrekkingskracht die hij ervaart.

Er is het jongetje Machmoed, dat des stillen avonds zijn pootjes onder zijn lijfje vouwt en dan gaat fluiten, dat ge waarlijk niet weet van ochtend- en avondgebed. Maar ook de verleidingen zijn van God.

De Haan komt dichterbij in die feuilletons, lange columns als het ware. Je ziet hem opgelucht ademhalen als hij de dag heeft gehaald die volgt op de dag waarop een doodsbedreiging aan zijn adres gericht was. ‘Hoe onnoozel is de vijf-en-twintigste, als men den vier-en-twintigsten niet vermoord is.’ Je ziet hem verlangen naar de terechtstelling van een moordenaar en tegelijkertijd zijn eigen verlangen vol afkeer onderzoeken. Je ziet kortom de hele mens met zijn verborgen zinnelijkheid en openlijke sympathieën. Met zijn kritiek op het zionisme. Jan Fontijn geeft met deze korte lezing toch een draai aan het beeld dat ik van De Haan had. Je verlangt naar meer: een biografie wellicht?

Coen Peppelenbos

Jan Fontijn – Tederheid en storm. De persoonlijkheid van Jacob Israël de Haan. De Buitenkant, Amsterdam. 104 blz. € 19,50.