Een verzamelaar verhaalt

Een verhalenbundel over een en dezelfde hoofdpersoon, is dat niet gewoon een roman? Sander Kollaard volgt zijn (anti-)held Erik van Duijn van zijn kinderjaren tot het moment dat hij als volwassen man de mogelijkheid van de dood voelt naderen. Dat levert een ontroerend beeld op van een labiele maar aimabele geest, die naarstig speurt naar de bron van zijn dwanggedachten en fobieën. Vorderingen maakt hij daarbij echter nauwelijks. Van een jongen die het leven onder het zand als onbegrepen metafoor voor een tegenwereld opvoert, als vereenzaamd student op zoek naar houvast is of als man die zich systematisch snijdt tijdens het scheren en dan steeds een vreemdeling in de spiegel ziet: hij blijft ondoorgrondelijk. Zowel voor de lezer als voor zichzelf.

Kollaard publiceerde eerder in literaire tijdschriften en debuteert nu bij Van Oorschot met deze verhalenbundel, die trouwens in tegenstelling tot de dertien die op de achterzijde vermeld staan, veertien verhalen bevat. Resonanties van het oeuvre van Voskuil zijn waar te nemen in de manier waarop kleine gebeurtenissen grote betekenis krijgen dankzij de prismatische werking van de geest van de hoofdpersoon. Het levensverhaal van Erik laat zich lezen als een web van schijnbaar toevallig met elkaar verbonden draden. Zo vormen dozen met herinneringen, een verzameling gevonden voorwerpen en terugkerende angsten dwarsverbanden tussen de verschillende verhalen.

Erik is een man met obsessies: als kind is hij gegrepen door een maagdelijk kasboek, waarvoor hij door ‘praktische bezwaren’ maar geen bestemming kan vinden. De gedachte aan het kasboek reist mee in zijn leven als de vleesgeworden oningevulde mogelijkheid. Erik groeit op en doet de dingen die mensen doen: reizen, trouwen, scheiden, opnieuw trouwen, emigreren en van baan veranderen. Maar deze schijnbaar normale levensloop wordt nu en dan verstoord door vreemde gebeurtenissen: een onverwachte ontmoeting, een onverklaarbare zaadlozing, een ogenblik dat zijn spiegelbeeld hem als volslagen onbekend voorkomt.

In rustig meanderende, intieme verhalen met volop ruimte voor bespiegeling dient Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde talloze levensvragen op die Erik zich hardop stelt: ‘Is het niet gek dat ons leven zich spant tussen twee gebeurtenissen waarvan we ons de eerste niet herinneren en de tweede onmiddellijk weer in de tijd verdwijnt?’  Wat is je identiteit, wat vormt je karakter, wat was de rode draad die door je leven liep? Erik zoekt naar de dingen waar we allemaal naar zoeken, maar de vragen die hij opwerpt, blijven grotendeels onbeantwoord.

Kollaard lijkt vooral te willen aantonen dat we als mens onszelf eigenlijk nauwelijks kennen, alle overweging en overpeinzing ten spijt. En hoewel hij er in slaagt een geloofwaardig en levendig beeld van een mensenleven neer te zetten, zijn de antwoorden op de opgeworpen vragen soms wat teleurstellend. ‘Ik zoek naar woorden die mijn dood beschrijven maar er komt niet veel bij me op.’ Het is alsof Kollaard de diepten onder het oppervlak weerspiegeld ziet, maar niet verder durft te spitten: het wonder, de identiteit of ‘iets’ wat niet klopt blijft onverklaard, maar ook onbenaderbaar. Juist een schrijver zou moeten weten dat de werkelijkheid zich vaak vermomt met dergelijke woorden, die daarom geen eindpunt van een zoektocht kunnen zijn.

Meriel Benjamins

Sander Kollaard – Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde. Van Oorschot, Amsterdam, 166 blz. € 17,50.