Na de oorlog

De Amerikaanse letteren hebben dit jaar opnieuw een sterdebutant: Kevin Powers. Powers diende in het Amerikaanse leger tijdens de oorlog in Irak en debuteerde kortgeleden met de roman The Yellow Birds. Het leverde hem een nominatie op voor de prestigieuze National Book Award for Fiction, een terechte erkenning voor een prachtige roman.

The Yellow Birds gaat over het angstaanjagende bestaan van een soldaat en het leven na de oorlog in Irak. Het verhaal wordt verteld door John Bartle, een militair die is uitgezonden naar het oorlogsgebied. De gebeurtenissen spelen zich afwisselend af in de tijd dat Bartle was gestationeerd in Irak en de periode na zijn diensttijd. Er is één hoofdstuk gesitueerd voorafgaand aan zijn uitzending. Hierin vertelt Bartle over een bijeenkomst voor familie en vrienden van de soldaten, vlak voordat deze worden uitgezonden naar Irak. Op de bijeenkomst ontmoet hij de moeder van zijn maatje Murph. Zal je op hem letten? vraagt ze aan Bartle. Ja, antwoordt hij. Beloof je dat hij heelhuids terugkeert? vervolgt ze. Ja, dat belooft Bartle. Deze belofte zal  hem blijven achtervolgen. Murph keert niet levend terug. Hij zal altijd achttien blijven.

‘We only pay attention to the rare things, and death was not rare’, zegt Bartle in het eerste hoofdstuk. Hij heeft net deelgenomen aan een gevecht. De omgang met het gevaar en de angst voor de dood worden lucide en precies verwoordt. Dat komt door de economische stijl van Powers. Zijn compacte proza is doortrokken van poëtische beheerstheid, bijna koelbloedig. ‘Minutes ticked into the past’, is zo’n krachtige zin. Het is niet gemaniëreerd, maar puur en direct, strak en onverbloemd.

Wat de roman zo goed maakt is de bijzondere stijl in combinatie met de indrukwekkende psychologie van hoofdpersoon en verteller Bartle. Als er iemand sterft tijdens een gevecht, reflecteert Bartle: ‘We were glad. Not that she was killed, only that we were not.’ De oorlog is voor Bartle niet afgelopen als hij weer terug is in Amerika. De ellende continueert. Sinds de dood van zijn maatje Murph vecht Bartle een andere strijd, eentje die veel zwaarder is dan het voeren van oorlog: de strijd met zichzelf:

‘Ten months, give or take, from that day to the day he died. It might seem like a short time, but my whole life has merely been a digression from those days, which now hang over me like a quarrel that will never be resolved.’

In Amerika is iedereen, van de barman op het vliegveld tot en met zijn vrienden en familie, trots op Bartle vanwege zijn diensten in Irak. Hijzelf is allesbehalve trots en zijn schaamte en schuldgevoel resulteren in isolement. Op den duur weet hij niet meer wat er werkelijk is gebeurd of wat hijzelf heeft verzonnen. Bartle kan de chaos van informatie en verbeelding niet ordenen. Hij belandt in een staat van agonie. Hij wil niet meer wakker worden:

‘I was tired of my mind running all night through the things I remembered, then through things I did not remember but for which I blamed myself on account of the sheer vividness of scenes that looped on the red-green linings of my closed eyes.’

Eenentwintig was Bartle toen hij diende in Irak. Hij vertelt het verhaal jaren later, wanneer hij een teruggetrokken bestaan leidt. Murphy mag dan niet meer leven, Bartle zelf is nagenoeg levenloos door zijn zelfverkozen isolement, schaamte en schuldgevoel. De tijd in Irak was gruwelijk, maar het voortdurend herleven van deze periode via de verbeelding of door de herinneringen is misschien wel gruwelijker.

Koen Schouwenburg

Kevin Powers – The Yellow Birds. Sceptre, Londen, 226 blz.

In het Nederlands vertaald als De gele vogels, vertaald door Peter Abelsen. Prometheus, Amsterdam, 240 blz. € 16,90.