Een spannend spel tussen feit en fictie

‘Voor Clemens’ luidt de opdracht van En het regende brood van Stefan van Dierendonck. Al in de eerste pagina’s wordt duidelijk dat de hoofdpersoon een onverwachte dood gestorven is: Clemens Driessen, een priester die last heeft van een glutenallergie. Ook Stefan van Dierendonck heeft last van zo’n glutenallergie en is net als de hoofdpersoon van het boek gewijd als priester.

In En het regende brood, het debuut van Van Dierendonck, wordt derhalve een spannend spel gespeeld tussen feit en fictie. Op vernuftige wijze licht de schrijver een tipje van de mystieke, katholieke sluier op. Het is onthutsend om te lezen hoe de sympathieke en getraumatiseerde Clemens juist door de twijfels die hij heeft, zich vastbijt in het geloof en geen enkele ruimte laat voor twijfel. De kiem hiervoor wordt gelegd bij de viering van de eerste communie, net nadat Clemens’ vader tijdens een motorritje het leven heeft gelaten.

Met de handen voor zijn borst gevouwen liep hij in de rij naar de priester. Boog kort, net zoals hij zijn vader had zien doen.
‘Het Lichaam van Christus.’
‘Ja. Amen.’
Hij stopte snel het brood in zijn mond en ging haastig zitten voor het grote moment. Hij wachtte op de komst van Jezus in zijn hart. Hij opende zich voor Hem terwijl hij zijn ogen sloot. Hij was er klaar voor.
Er gebeurde niets.

Het verhaal van Clemens Driessen wordt verteld door pater Johannes Beckers. De abt van het klooster waar deze pater verblijft, overhandigt hem, met enige tegenzin, een doos waarin de nalatenschap van Driessen zit. Beckers probeert vervolgens het leven van zijn voormalige beschermeling te reconstrueren. Een reconstructie die niet over rozen gaat want ‘tijdens het schrijven is hij ook een personage geworden, een persoonlijkheid met een eigen karakter en een autonomie van handelen. Zo ervaar ik het. Hij gaat met me aan de haal. Hij legt me de woorden in de mond, ook wanneer hij ze niet letterlijk heeft geformuleerd op papier of ingesproken op een van die verdraaide tapes.’

Wanneer je bedenkt dat Driessen veel overeenkomsten vertoont met de auteur Van Dierendonck dan lijkt de schrijver de lezer hier te waarschuwen dat, ook al bevat het verhaal autobiografische elementen, het boek wel degelijk puur als fictie opgevat moet worden. Het personage gaat aan de haal met de schrijver, zelfs al is het personage gebaseerd op de schrijver.

De apotheose van En het regende brood volgt wanneer Clemens Driessen zich realiseert dat hij vanwege zijn glutenallergie niet geaccepteerd zal worden door de katholieke kerk. De hostie dient immers altijd wat tarwemeel te bevatten, iets waar de priester niet meer mee in contact mag komen, wil hij gezond blijven. De motieven van het boek, onder meer motors en brood, komen dan nog een laatste maal samen. De dood van priester en de geboorte van een schrijver. Met En het regende brood levert Stefan van Dierendonk derhalve een coherente debuutroman af, die ondanks de herhaalde waarschuwingen dat je te maken hebt met fictie, je toch hier en daar doet sidderen van ongeloof over zoveel starheid binnen het katholieke geloof.

Cilla Geurtsen

Stefan van Dierendonck – En het regende brood. Thomas Rap, Amsterdam, 250 blz. € 18,95.