Slash-reeks bewijst wederom waarde

In de boeken uit de Slash-reeks komt een jongere aan het woord met een bijzonder verhaal. De boeken in deze reeks, verzonnen door Edward van den Vendel omdat hij meer over actuele onderwerpen in de jeugdliteratuur wilde lezen, zijn voor het overgrote gedeelte gebaseerd op echte levens. Anna Woltz, die zelf op haar vijftiende al columns schreef voor de Volkskrant, interviewde voor Meisje van Mars de uit Limburg afkomstige Vicky Janssen zeven keer over haar leven.

Vicky weet al vanaf haar derde dat ze eigenlijk een meisje was en in Meisje van Mars vertelt ze haar verhaal. In het nawoord van Anna Woltz staat als antwoord op de vraag of Vicky ook in therapie is geweest: ‘Dit is mijn therapie. Ik vertel nog één keer mijn levensverhaal, en dan is het klaar.’

Wanneer je Meisje van Mars leest, merk je weer hoe gewend je bent aan een rond verhaal met lijnen die allemaal een betekenis hebben. Dit boek wijkt daar van af en daar moet je even aan wennen. Het boek gaat over een leven, een echt leven, een leven waarin mensen komen en gaan en waarin sommige personen dus maar op een paar pagina’s voorkomen. Woltz weet het levensverhaal van Vicky Janssen, in het boek heet ze uiteindelijk Evy, op indringende wijze op papier te zetten.

Ze gebruikt korte zinnen, hanteert een heldere taal en draait niet om de lichamelijke feiten heen zonder dat ze al te expliciet wordt. Ze benoemt de fysieke details, beschrijft de operaties, maar ze weet de grens tussen die feiten en sensatiezucht goed te bewaken.

Het begon met de film van de kleine zeemeermin. Ik zag hem in de bioscoop. Ik was vier, en ik zat daar in het donker met mijn vader en mijn moeder en mijn zus. Ik vond het prachtig. Die meerminnenstaart. Dat lange golvende haar. Toen het licht weer aan ging, lagen er allemaal stukjes popcorn op mijn trui. Ik voelde met mijn hand aan de stekeltjes op mijn hoofd – elk plukje haar hard van de gel – en zuchtte zo diep dat de stukjes popcorn wegvlogen. Ik wilde ook lang haar.

Het boek is opgebouwd uit korte hoofdstukken in chronologische volgorde. Je volgt Evert, die opgegroeid is op een woonwagenkamp, vanaf zijn vierde levensjaar. De hoofdstukken worden soms afgewisseld met tips hoe je om kunt gaan met genderdysforie. ‘Tip 1: Laat je niet bang maken. Tip 2: Zo laat je dat ding verdwijnen. Tip 3: Borsten en wimpers.’

Door deze tips wordt het boek meer dan een verhaal over het leven van Vicky/Evy. Nadeel van deze ingreep is dat het boek een hoog ‘Hoe overleef ik-gehalte’ krijgt. Het boek zorgt er daarentegen wel voor dat mensen, doordat ze het verhaal van binnenuit lezen, meer begrip voor genderdysforie op kunnen brengen. Het is dus niet alleen een boek voor pubers, maar ook een boek voor ouders, hulpverleners en leraren.

De moeite die de ouders van Evy hebben met de genderdysforie van hun zoon wordt van meet af aan benoemd, toch valt Evy haar ouders uiteindelijk niet af. Sterker nog: ze draagt het boek zelfs aan hen op. En dat is toch wel de grootste kracht van dit boek: ondanks alle ellende, het buitengesloten worden, het gescheld, wordt de hoofdpersoon nergens cynisch. De veerkracht die Evy a.k.a Vicky toont, geeft de lezer, en de jeugdige lezer zeker, moed.

Meisje van Mars is een bijzonder verhaal van een bijzonder leven. De slashreeks bewijst een wederom gouden reeks te zijn die heftige problemen bespreekbaar en toegankelijk maakt op een manier die lezers van alle leeftijden raakt.

Cilla Geurtsen

Anna Woltz / Vicky Janssen – Meisje van Mars, Em. Querido’s Uitgeverij, Amsterdam, Antwerpen. 116 blz. € 12,95.