Iemand die zwijgt, is verdacht

Het begin van het Boekenweekgeschenk De pianoman van Bernlef is een beetje clichématig voor wie in het noorden van het land woont. De mensen zijn daar nogal stug en zwijgzaam. Zeker de vader en moeder van Thomas Boender, die pas op zijn vierde zijn eerste woordjes zegt: ‘Honger. Koek.’ Zijn ontwikkeling blijft nogal achter en de uit de Randstad afkomstige juf Jenny Vreeland ontfermt zich over hem. Bij haar leert hij pianospelen en hij leert om niet over zichzelf te praten in de derde persoon. Hij leert ‘ik’ zeggen.

Licht autistisch dat kind, zou je als nuchtere diagnose kunnen stellen. Maar bij Bernlef leven de personages op als er juist iets met ze is. De meeste mensen kennen wel het boek Hersenschimmen, waarin de hoofdpersoon langzamerhand zijn geheugen kwijtraakt, maar dit geschenk doet vooral denken aan Boy, waarin een doofstomme jongen een hoofdrol speelt en De onzichtbare jongen waarin een van de personages eerst de unieke gave bezit om alles te onthouden (en ook zomaar kan pianospelen nadat hij het één keer gezien heeft) en uiteindelijk gek wordt.

Thomas weet dat hij als zwijgzame buiten de groep staat, ook later als hij verplicht moet werken van zijn vader, en hij weet ook al vroeg dat hij anders dan anderen is door zijn seksuele geaardheid. Uiteindelijk besluit hij met wat opgespaard geld de wereld in te trekken en via Amsterdam waar hij een meisje ontmoet dat een levend standbeeld speelt, gaan ze samen naar Parijs en nog veel later trekt hij met haar verder naar Engeland waar hij alleen en berooid achterblijft. Vanaf dat moment zwijgt hij.

En opeens herinner je je weer dat vreemde krantenbericht van een paar jaar geleden: een onbekende, zwijgende man was opgenomen in een Britse inrichting en het enige wat hij deed om te communiceren was pianospelen. Zo gaat het in De pianoman ook verder en dat is licht teleurstellend omdat het verhaal zo dicht bij de werkelijkheid blijft. Of misschien moet dat anders worden geformuleerd: je wordt als lezer uit de fictie getrokken door die oude krantenberichten.

Bernlef heeft een intrigerend geval genomen dat de publiciteit heeft gehaald en daar zijn eigen verhaal aan gekoppeld. Hij maakt inzichtelijk waarom iemand besluit te zwijgen. Daar heeft hij geen trucs bij nodig: zijn stijl is zoals altijd sober en onopgesmukt. Tussen de regels door ontwikkelen de karakters zich, haast terloops. Dat levert geen literair vuurwerk op, maar de romans en verhalen van Bernlef zitten vaak knapper in elkaar dan men bij eerste lezing denkt.

Bij deze schrijver zie je meestal meer dan alleen de ontwikkeling van de hoofdpersoon: je ziet ook hoe anderen reageren op iemand die afwijkt van de groep. In die zin is De pianoman ook interessant, want blijkbaar verklaren wij iemand die niet reageert op woorden bij voorbaat voor gek. Iemand die zwijgt, is verdacht. Dat zegt iets over de macht die woorden hebben in maatschappij die bol staat van de communicatie. Een mooi geschenk derhalve.

Coen Peppelenbos

Bernlef – De pianoman. CPNB, 92 blz.

Verscheen eerder op Literair Nederland, 10 maart 2008.