Originele scheldwoorden en vloeken

‘Dit is geen roman over multiculturalisme, geen successtory van een arme sloeber die zich opwerkt tot invloedrijke ondernemer, of het sentimentele relaas van een crimineel die weer op het rechte pad komt. Dit is het verhaal van Eus.’

De lezer is gewaarschuwd als hij aan de debuutroman van Özcan Akyol begint. Özcan Akyol groeide op in het oosten van ons land, in de stad die hij steevast koekstad noemt: Deventer. Toen hij uiteindelijk in de gevangenis belandde, Akyol was afgegleden tot de zware criminaliteit, kreeg hij in de gevangenis door justitie de sanctie ‘alle beperkingen’ opgelegd. Dat houdt in: geen communicatie met de buitenwereld, dus geen tv, geen radio, geen internet. In een interview met de Volkskrant vertelde Akyol:

Het enige wat kon, was in de bibliotheek vijf boeken per dagen lenen. Ik heb alleen mavo, ik had nooit gelezen, maar ik kreeg er plezier in en merkte dat er boeken waren die raakvlakken hadden met mijn eigen leven. En dat literatuur niet wollig hoeft te zijn, maar soms ook ruig is, zonder opsmuk.

Dat is precies wat Eus is: een boek zonder opsmuk, zonder mooipraterij. In onomwonden taal vertelt Eus het verhaal van zijn leven in de Turkse gemeenschap in Deventer. Eus wordt geboren als derde zoon. Zijn broers heten Mahir en Kosta. ‘Batsen’ worden ze genoemd door de Nederlanders. Eus’ vader, Turis, wordt omgeschreven als een ongelovige, werkschuwe luie man die bovendien vreselijk veel zuipt, daarnaast op slinkse manieren aan koopjes weet te komen en het geld dat anderen voor hem verdienen er rücksichtslos doorheen jaagt. Eus’ moeder is een lieve vrouw, die niet in opstand durft te komen tegen haar dominante man. Een vrouw die wel om haar kinderen geeft, maar op schrijnende wijze het onderspit delft omdat ze niet tegen haar man op kan.

Eus is best een slimme, leergierige jongen, die zelfs de beste score op de Cito-toets van de hele klas haalt. Maar zijn juf gelooft ook niet dat hij naar het atheneum kan.

Volgens haar werden de Hollandse kinderen thuis gesteund door hun ouders, het was cruciaal om te slagen op het atheneum. Net als de andere batsen moest ik óók naar het vbo van die omhooggevallen klaploopster… Die lelijke graftak… Een zelfingenomen kletskous… Het vleesgeworden product van de kleinburgerlijkheid… Kutje de Bruin! Met haar fukkin’ poster van Rintje Ritsma in de klas, die ze adoreerde als een klein meisje terwijl ze eigenlijk een verlept oud wijf was.

Zo’n boek dus. Een boek vol harde taal, de originele scheldwoorden en vloeken druipen van de bladzijden, over een harde wereld. Een boek over leven in een rollercoaster. Over meisjes die misbruikt worden waar ze bij staan. Over kansen hebben, maar deze steevast verknallen. Over geld proberen te verdienen, over geld nog harder uitgeven, over misdaden die van kwaad tot erger gaan. Aan het eind van het boek lijkt Eus zelf nog het meest verbaasd dat het spel uit is. Gelukkig maar, want deze semi-autobiografische roman, met onvervalst kippenvelmoment op de laatste bladzijde, had anders het licht waarschijnlijk niet gezien.

Cilla Geurtsen

Özcan Akyol – Eus, een schelmenroman. Prometheus, Amsterdam, 272 blz. € 15,-.