Eenvoudig en ongemakkelijk

Kort geleden maakte uitgeverij Marmer bekend dat ze een fonds voor debuterende dichters zou beginnen. Ieder jaar zal Marmer vier jonge dichters publiceren. Nu zijn de eerste twee bundels verschenen.

Een dag niet gelachen is ook wel eens leuk van Mark Verver wordt op de flaptekst aangekondigd als ‘een verademing voor wie dacht dat gedichten altijd moeilijk moeten zijn, en een eyeopener voor wie gelooft dat eenvoud geen diepgang kan hebben.’ Bij poëzie die als ‘niet moeilijk’ in de markt wordt gezet, dringt de vraag zich op wie ooit gezegd heeft dat poëzie moeilijk is of zou moeten zijn. Ik zou het zo gauw niet weten. Dat neemt niet weg dat deze bundel niet moeilijk en best genietbaar is terwijl er menigmaal sprake is van storend eindrijm: ‘staat de wal.// Kan niet anders/ of ze zien het:/ dat ik worstel/ en vermoeid raak/ bovenal.’ Zonder ‘bovenal’ was het gedicht ook af geweest.

Wat opvallend is bij Verver zijn de wel erg korte zinnen van vaak niet meer dan drie, vier woorden. Hebben die een functie, naast de lay-out? Ik denk het niet. Bovenstaande kan ook in twee langere regels worden opgeschreven. Maar goed. Voor zijn vermakelijke ironische bespiegelingen heeft Verver ondanks de korte regellengte wel erg veel woorden nodig. De gedichten van Verver leunen tegen cabaret aan. Het is inderdaad geen moeilijke poëzie, maar de eenvoud is eerder eenduidig; ook de grapjes met de betekenis van een woord zijn precies dat – namelijk grapjes: de betekenis van de gedichten wordt er niet wezenlijk anders door. Bijvoorbeeld ‘De stand’ over een vader die net te horen heeft gekregen dat hij kanker heeft en vraagt: ‘hoe lang/ het nog was’ waarbij ‘het’ verwijst naar een voetbalwedstrijd. Dat is flauw. Hier is te opzichtig de hand van de maker in een scène aanwezig waarin die maker helemaal geen rol speelt. Het cynische ‘Klein zijn’ is dan wel weer aardig:

Eigenlijk was het
niet de bedoeling
dat we leefden
maar dat deden we
nu eenmaal
tegen beter weten
de verdrukking
God en de buren
in.

En zo
werden we langzaam,
heel langzaam
heel langzaam
sterk en groot.

Verver is handig met taal, toch doet hij te weinig om zijn gedichten echt interessant te maken. Zijn gedichten draaien te vaak om alleen een pointe. Dat is anders bij Saskia van den Heuvel, die debuteerde met Misschien gebeurt er vandaag iets. Van den Heuvel beschrijft het leven van iemand die opgesloten zit in een saaie en geestdodende kantoorbaan, een burn-out krijgt, naar de psycholoog gaat en weer wat lijkt op te krabbelen. Dit is ongemakkelijke poëzie in makkelijke taal:

ontheven van mijn plichten en nare trekken.
Werktijden en loonstroken ontbraken. Het vergeten
groeide, het jargon liet los, een ongeschiktheid is

een code in strepen met nummers die verder reiken
dan het geheugen. Ze namen afscheid. In het begin
was ik eenzaam maar later werd alles veel erger.

Van den Heuvel weet de ongemakkelijke en pijnlijke situaties door haar stijl komisch te maken: ‘(…) Het vergeten/ groeide, het jargon liet los, een ongeschiktheid is// een code in strepen met nummers die verder reiken/ dan het geheugen./ Ze namen afscheid. In het begin/ was ik eenzaam maar later werd alles veel erger.’ De beschrijving van een bezoek aan de psycholoog levert een mooi en pijnlijk portret op van de afhankelijke patient:

Ik zeg tegen hem dat het goed gaat.
Ik zeg hem dat ik iemand nodig heb die sterk is
omdat ik alles zeggen kan wat nodig is om beter te worden.
Hij knippert met zijn ogen, iets waar ik goed in ben.
Ik heb hetzelfde weer als hij. Aan het einde vraag ik om een rekening
zodat hij winnen kan.

Van den Heuvel is een belofte, denk ik. Nog niet alles gaat goed en er zijn ook zwakkere gedichten aan te wijzen, maar de bundel getuigt van durf en van het plezier van het maken.

Rieuwert Krol

Saskia van den Heuvel – Misschien gebeurt er iets vandaag, Uitgeverij Marmer, Baarn. 68 blz. € 12,50.

Mark Verver – Een dag niet gelachen is ook wel eens leuk, Uitgeverij Marmer, Baarn. 70 blz. € 12,50