Een ode aan een sterke vrouw

De sterkste romans zijn die waarin mensen worden geconfronteerd met een schier onoplosbaar dilemma. Denk bijvoorbeeld aan de hoofdpersoon in Terugkeer ongewenst van Charles Lewinsky. Regisseur Kurt Gerron moet een nepfilm maken over het ‘modelkamp’ Theresienstadt. Of hij weigert en wordt gelijk op transport gesteld, of hij werkt mee en verkoopt een leugen en dus zijn ziel. De Zweedse auteur Steve Sem-Sandberg, zelf overigens niet van Joodse komaf, werpt zich ook op als chroniqueur van de Holocaust. Met zijn magnum opus De onzaligen van Łódź deelde hij een paar jaar terug een ware mokerslag uit. Het verhaal van de voorzitter van het Joodse bestuur van het getto die, tegen beter weten in, probeert te redden wat er te redden valt en gelijk vooral aan zichzelf denkt, laat maar weer eens zien dat je niet zwart-wit kunt denken. Er zijn altijd grijstinten.

Zojuist is een wat ouder werk van Sem-Sandberg in Nederlandse vertaling verschenen, getiteld Ravensbrück. Het geeft bijna geen pas om het zo uit te drukken, maar het kamp zelf komt er bekaaid af. Het feitelijke lijdend voorwerp is de journaliste en schrijfster Milena Jesenská, de ontvanger van de post van Kafka in het beroemde boek Brieven aan Milena. Dit heeft de uitgever om begrijpelijke redenen vermeld op de achterflap. Maar Franz is ook slechts een wat nerveus bijpersonage in deze documentaire. Iemand die geen enkele taak licht kan opvatten en de kracht niet heeft om eenvoudig lief te hebben. In de loop van de twintigtal pagina’s dat Kafka figureert, weet Sem-Sandberg (of eigenlijk Jesenská zelf) mooi te illustreren hoe hij langzaam in Milena’s wereld gevangen raakt.

Franz zou nooit bij de vrouw kunnen zijn van wie hij houdt. [ … ] Ik heb meer dan genoeg mannen gezien die vrouwen op een voetstuk plaatsen, niet omdat ze hen vereren, zoals ze zeggen te doen, maar omdat ze bang zijn voor iets in zichzelf. Franz is niet zo, maar wat hij in me ziet, maakt me bang. [ … ] Nergens ontmoette je bij hem weerstand, tot je uiteindelijk inzag dat deze weerstandloosheid juist de weerstand was.

Sem-Sandberg verwoordt Milena’s diepste gevoelens en gedachten en dicht haar moeilijk te verifiëren acties en eigenschappen toe. Dat maakt dit boek juist tot een roman. De details van het leven van Jesenská zijn grondig nageplozen. De plekken die genoemd worden in het Wenen, Praag en het Boheemse platteland van het begin van de vorige eeuw zijn invoelbaar beschreven en in de meeste gevallen nu nog steeds te bezoeken. De verschillen in opvatting en levensstijl die de auteur schetst, zijn nog steeds wel te merken, al zijn ze wat genivelleerd. Een mooie grijstint: ‘Hoe konden we iets over de oorlog weten, als we amper iets over onszelf wisten,’ schrijft een hartsvriendin aan Milena. Het is inderdaad gemakkelijk oordelen over de geschiedenis met de kennis van nu. Wat er zich afspeelde in deze roerige tijden is de personages niet helemaal duidelijk. Het niet helemaal kunnen doorgronden van het heden, dat een mens zomaar in vertwijfeling kan brengen.

Milena wordt geschetst als een niet al te mooi meisje dat in de lente van 1915 voor haar eindexamen aan het gymnasium slaagt en medicijnen gaat studeren. Haar vader, een vooruitstrevend tandarts, stimuleert dit, maar Milena ontwikkelt zich tot een vrijgevochten jonge vrouw met een schaterende lach, behoefte aan drank, morfine en mannelijk gezelschap. Iets wat ongepast was in die tijd. Pa laat haar via een bevriende zenuwarts in een kliniek opnemen. De verstoorde relatie tussen vader en dochter speelt het hele (roman)leven een cruciale rol. Er wordt een beeld geschetst van een tot het bittere einde levenslustige, gedreven vrouw.

‘Zij bezit een charmante zorgeloosheid die ik bewonder, ook al zou ik het er geen hele middag bij uithouden.’ Aldus een bekende literator van die dagen. Het historische personage Milena is volstrekt geloofwaardig neergezet omdat het wordt ondersteund door teksten van derden en door krantenartikelen en stukken proza van Jesenská zelf. Deze roman kan, nee moet, gelezen worden als een ode aan het werk van deze sterke vrouw. Ja, zij vertaalde als eerste teksten van de voornamelijk in het Duits schrijvende Kafka in het Tsjechisch. Maar wat had deze ‘wildebras’ een ongekend literair talent. Op het moment dat ze aan zijn verhalen werkte, realiseerde ze zich dat met de taal niet alleen de mens ontstaat, maar de hele wereld.

27 september 1921. Milena komt terug naar Praag en kijkt uit het treinraam.

Iets door een raam zien houdt in dat je niet bezit wat je ziet. Je verplaatst je. En het verplaatsen houdt in dat je ruimte houdt voor je eigen verlangen naar wat je ziet. Denk bijvoorbeeld aan al die keren dat je overmand door vermoeidheid door een raam keek, die keer dat iemand je op liegen betrapte, die keer dat iemand van wie je hield je kwetste, die keer dat je volkomen uitgeput was van verdriet en droefheid, die keer dat je je zo vreselijk schaamde: je keek uit een raam. […] Heb je weleens het gezicht van een gevangene achter de tralies gezien? Een gezicht door tralies in stukjes gesneden? Dan zul je begrijpen dat het raam en niet de deur de poort naar vrijheid is. Aan de andere kant van het raam is de hemel. Aan de andere kant van de deur vind je alleen de werkelijkheid.

Nadat begin jaren dertig de Weimarrepubliek definitief heeft gecapituleerd voor Hitler radicaliseert de journaliste Jesenská. Ze is dan in de veertig, opgezwollen en heeft door een infectie een stijf been. Ze noemt zichzelf ‘een aanstellerige invalide’. Haar natuurlijke gave voor manipulatie benut ze nu optimaal. Ze krijgt meerdere aanbiedingen om naar het buitenland te vluchten, maar ze blijft. Het is voor haar genoeg als haar geliefde ontkomt. Ze organiseert het verzet vanuit haar kleine Praagse appartement. De laatste veertig pagina’s spelen inderdaad in het kamp Ravensbrück. Uiteraard zijn er vanaf 1940 geen artikelen meer van Jesenská zelf. Voor de beschrijving van de laatste vier jaar van haar leven heeft Sem-Sandberg gebruikgemaakt van een bundel nog steeds onuitgegeven getuigenverklaringen van overlevenden, die te bestuderen is in de Brandenburger Mahn- und Gedänkstätte in Fürstenberg, zoals het plaatsje heet dat op ongeveer drie kilometer van het kamp ligt. Ook daar, tot haar dood in de vroege ochtend van 17 mei 1944 door nierfalen, was ze door haar opmonterende werk in de ziekenboeg een voorbeeld voor velen.

Guus Bauer

Steve Sem-Sandberg – Ravensbrück. Vertaald door Geri de Boer. 254 blz. € 21,95.