De waarde van een schilderij

Met een knallende vloek opent Duel, het Boekenweekgeschenk van 2010, geschreven door Joost Zwagerman. Een provocatie natuurlijk en de reacties uit de christelijke hoek zijn te voorspellen. Het zou jammer zijn als die discussie de 75ste Boekenweek zou overheersen, want dit geschenk biedt genoeg aanleiding om een discussie aan te gaan over andere zaken. Kunst bijvoorbeeld.

Dat thema kwam al eerder voor bij Zwagerman, in essays maar ook in de roman Gimmick, waarin de kunstscene in Amsterdam in de jaren tachtig werd beschreven aan de hand van enkele aanstormende en nogal destructieve talenten. Die talenten zijn zo’n dertig jaar later al weer passé blijkt in Duel waarin Jelmer Verhooff, directeur van het Hollands Museum de titaantjes van weleer niet voor een tentoonstelling over moderne Nederlandse kunst wil hebben.

Verhooff is een veertiger met postmoderne ideeën over kunst, in navolging van een Amerikaanse kunstcriticus. Alles kan kunst zijn ‘nu kunstenaars zich dankzij de idee hadden vrijgevochten uit de domeinen van atelier en werkplaats.’ Op de laatste tentoonstelling voor de grote verbouwing, de parallellen met het Stedelijk Museum liggen voor het grijpen, exposeert dan ook een stoet aan kunstenaars met gekke ideetjes en malle ingevingen. Er is slechts één kunstenares, Emma Duiker, die nog ouderwets schildert. Ze doet dat door bekende kunstwerken minutieus te kopiëren, zo perfect dat zelfs voor kunstkenners nauwelijks na te gaan is wat het origineel is.

Na afloop van de grote tentoonstelling wordt het museum ontmanteld. De zalen raken leeg en Verhooff, gescheiden en wel, neemt zijn intrek in het gebouw. Een mooie symbolische, lege ruimte die de stand van de kunst in het land representeert en het gedachtegoed van de directeur. Pas na enige tijd heeft men door dat Emma Duiker een wisseltruc heeft uitgehaald met de door haar nageschilderde Mark Rothko. Het origineel hangt ze dwars door Europa op in normale ruimtes zodat mensen nog echt geraakt worden door wat ze zien. Grote kunst is niet voorbehouden aan de langssjokkende massa in musea die meesterwerken turft.

Wat volgt is een wat slapstickachtige achtervolging in Oost-Europa op het echte schilderij, een variant op het gesol van ‘The Fallen Madonna With the Big Boobies’ in de komische serie ‘Allo Allo’ of het gehannes met ‘Whistler’s mother’ in de film van Mr. Bean in Amerika. Het Boekenweekgeschenk krijgt dan wel vaart en spanning, maar wordt tegelijkertijd een beetje ongeloofwaardig. Dat is jammer, want de vragen die Zwagerman oproept over de functie van kunst en de werkelijke waarde van schilderijen zijn polemisch van aard.

Het lijkt of Zwagerman zich aan de zijde schaart van Emma Duiker die het commerciële circus in de kunstwereld aan de kaak stelt. Daarmee verenigt Duel twee zijden van het schrijverschap van Zwagerman: aan de ene kant zijn vermogen om aanstekelijke essays over maatschappelijke en kunstzinnige kwesties te schrijven en aan de andere de kunde om een lekker lopend verhaal te construeren. Dit goede Boekenweekgeschenk doet je verlangen naar een dikke, nieuwe roman van Zwageman.

Coen Peppelenbos

Joost Zwagerman – Duel. CPNB. U krijgt dit boek tijdens de Boekenweek cadeau bij aankoop van ten minste € 12,50 aan Nederlandstalige boeken of als u lid wordt van de bibliotheek.

Verscheen eerder in de Leeuwarder Courant, 5 maart 2010.