Door merg en been

Dit wordt een lastige recensie. Het is namelijk gebruikelijk dat je als recensent niet het einde van een boek verklapt. Bij De schreeuw van Laurent Graff is dat moeilijk omdat de laatste tien bladzijden het boek tot een klein meesterwerk maken. Je ziet de ontknoping niet aankomen en daardoor komen de honderd bladzijden daarvoor in een totaal ander licht te staan.

De schreeuw begint als een morbide toekomstverhaal. De hoofdpersoon werkt als ambtenaar bij een tolweg. Erg druk heeft hij het niet, want de wereld wordt geteisterd door een geluid dat zo door merg en been gaat dat de meesten eraan bezwijken. Slecht een enkeling hoort het geluid niet. Graff vertelt daarover met een licht absurdisme dat ook zijn eerdere novelle De man die op reis ging kenmerkte. Af en toe rijdt er nog een automobilist tot aan de tolpoort, maar voor de rest heeft hij niet veel te doen. Een politieagent met showbizzaspiraties komt dagelijks buurten evenals een vrouw die haar man en haar minnaar in het ziekenhuis bezoekt. En op een dag wandelen er zowaar nog twee rugzaktoeristen langs die ook nergens last van hebben.

De mensen die wel gekweld worden door het geluid sterven bij bosjes. De hoofdpersoon vindt op een verlaten parkeerterrein in een achtergelaten auto het gestolen schilderij van Edvard Munch ‘De schreeuw’. Hij vindt dat het wereldberoemde schilderij bij hem hoort: ‘ik heb nooit belangstelling gehad voor kunst; toch voel ik me vreemd genoeg schilder tegenover dit schilderij, ik besef hoeveel werk erin zit, doorgrond de gedachten erachter.’ Graff houdt de toon dan nog licht, want als de politieagent het schilderij ziet dan merkt hij op dat de figuur op het schilderij lijkt te zingen, wat de beambte doet denken: ‘Als hij zingt, dan haalt hij wel flink uit!’

Door die ironie ben je niet voorbereid op wat er gaat komen. Je denkt als lezer dat je zo naar het einde toe sukkelt. Leuk, een licht surrealistisch werk met een wat merkwaardige hoofdpersoon. Hij verlaat uiteindelijk zijn tolkantoor als er toch niemand meer langskomt en begint een eindeloze voetreis over het asfalt tot hij opeens ingehaald wordt door een inktzwart verleden. Meer valt er niet over te zeggen zonder iets weg te geven. Een prachtig, bloedstollend einde. Lezen!

Coen Peppelenbos

Laurent Graff – De schreeuw. Vertaald door Han Meyer. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 110 blz. € 16,50.

Verscheen eerder in de Leeuwarder Courant, 5 december 2008.