Tussen de regels

Stel je voor: je ontmoet je vader pas als adolescent. Tot die tijd heeft je moeder niets over hem losgelaten. Twee middagen trek je met je vader op. Daarna komt hij om bij een auto-ongeluk. In hoeverre heb je dan je vader gekend? Hoewel het onderwerp erom schreeuwt laat Robbert Welgraven na verder te psychologiseren op die vraag in Philippes middagen.

Deze novelle lijkt op het debuut van Welagen, Lipari, waarin de hoofdpersoon uren zit te verdoen aan de rand van het zwembad in de buurt van een intrigerend stel. Ook nu wordt er weer veel gewacht en tijd vermorst en de hoofdpersoon Robbert leidt een redelijk initiatiefloos leven. Alles lijkt hem te overkomen. Zo kijkt hij in het huis dat zijn vriendin tijdelijk bewoont naar buiten en aan de overkant ziet hij een vrouw die herinneringen naar boven brengt aan twaalf jaar geleden. Robbert is dan vijftien jaar en woont met zijn niet ongeïnteresseerde moeder vlakbij een tennisbaan. Daar oefent Robbert wel eens.

Op een dag maakt hij kennis met een oudere man, Philippe, die zegt dat hij zijn vader is. Hij heeft zelfs papieren bij zich om het te bewijzen. Ze gaan een potje tennissen, gaan een eindje rijden en drinken wat bij de vriendin van zijn vader. Heel gewoon. Alleen uit het feit dat Robbert ervan droomt onderdeel uit te maken van dit nieuwe gezin blijkt dat er iets wezenlijks is gebeurd. Dan volgt er nog één middag waarop Robbert met zijn vader een eindje rijdt naar een huis van vrienden waarop gepast moet worden. Dat zijn Philippes middagen.

Daar valt natuurlijk een groot psychologisch drama van te maken, maar Welagen doet dat nauwelijks. Het lijkt alsof alle actie zit in de achteloze dingen. ‘Bij een kruispunt stonden we voor een rood stoplicht. Het licht sprong op groen, maar Philippe merkte dat niet. Toen hij opkeek was het alweer rood geworden. Pas toen het licht voor de tweede keer op groen sprong reed hij verder.’ Het zijn zinnen van niks en toch gebeurt er tussen de regels heel veel. En zo weet Welagen een enorme spanning op te bouwen met zaken die hij nauwelijks benoemt. Alleen al van de beschreven huizen, allemaal deels verlaten en wachtend op permanente bewoning gaat een grote dreiging en melancholie uit. Welagen schrijft niet voor een massapubliek, maar de literaire fijnproever komt geheel aan zijn trekken.

Coen Peppelenbos

Robbert Welagen – Philippes middagen. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 128 blz. (geb.), € 16,50.

Eerder verschenen in de Leeuwarder Courant, 29 augustus 2008