Gouden Griffels, Zilveren Griffels, Vlag en Wimpels, Gouden Penselen, Zilveren Penselen, Gouden Paletten, Gouden Lijsten, Woutertje Pieterse, Nienke van Hichtum, Hotze de Roos, Dioraphte, Inktaap, prijzen van de Kinderboekhandel en van Selexyz, Boekstart Babyboek van het jaar, Kinderjury, Jonge Jury en een hele rits regionale bokalen. Om toch vooral geen leeftijdscategorie, dorpsschrijver of doelgroep over het hoofd te zien.

Volkskrant-recensent Pjotr van Lenteren somt op zijn weblog de hoeveelheid prijzen op die een kinder- of jeugdboekenauteur tegenwoordig kan winnen. Worder er inderdaad jaarlijks zoveel meesterwerken geschreven? Van Lenteren denkt in zijn stuk met de titel ‘We prijzen ons vak de marge in‘ van niet. En hij noemt ook man en paard als hij de nominaties voor de Gouden Lijst ziet:

Raamvertelling + mythologische figuur + ronkende zinnen = ‘zal wel literatuur zijn’ van Marcel Roijaards’ Rebel met vleugels? Gideon Samsons gelikte gebabbel en ingenieuze verhaallijntjes in Zwarte Zwaan? Het niet onaardige maar weinig originele Rotmovie van Marianne de Smet? Inderdaad boeken die het afgelopen jaar opvielen. Maar kandidaten voor goud? En is dit echt alles wat we ze te bieden hebben?

Het pleidooi van Van Lenteren ‘om op het houden met het uitdelen van goud aan boeken die niet meer dan brons verdienen’ viel niet bij iedereen in goede aarde. Op Facebook kwam een kleine discussie op gang met vooral tegenstanders, maar die vond Van Lenteren niet zo overtuigend:

Dat conservatieve geesten en mensen die de lat lager leggen dan ik het hier op voorspelbare wijze bij voorbaat niet me eens zijn, vind ik niet zo interessant. (…) Het gaat erom dat dertienjarigen écht wel willen lezen en dat het belangrijk is dat er voor ze geschreven wordt. Prijzen helpen daarbij nauwelijks, ongeloofwaardige prijzen zéker niet.

Jeugdbibliothecaris Stefan Bosmans reageerde met misschien een niet helemaal onterechte jij-bak.

Schrijver Ted van Lieshout is het volkomen oneens met Van Lenteren.

De argumenten die Pjotr aanvoert ken ik persoonlijk alleen uit religieuze hoek: het moet zuinig en karig en niet overdadig complimenteus, en wie niet excelleert moet eerder gestraft worden dan bejubeld.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.