Het tijdschrift gard sivik publiceerde in nummer 28, gedateerd ‘september-oktober 1962’ (‘zesde jaargang / afl. 4’), op pagina [20] het gedicht ‘I remember Clifford’. Dit gedicht, geschreven door Cees Buddingh’, gaat over een dode muzikant aan wie de dichter zo nu en dan moet denken: ‘soms, eensklaps, / midden op straat, hoor ik drie vier noten / van, zeg: delilah of tenderly: / en heel even, misschien drie kwart seconde, / zweef ik weg in jouw transparante heelal’ – dit wegzweven blijft niet zonder gevolgen, zoals blijkt uit het slot van het gedicht: ‘en zie daardoor een mooi meisje minder / dan ik gezien zou hebben / als jij niet was doodgegaan’.

Dit gedicht werd door de schrijver ervan voorzien van de opdracht ‘aan Cornelis Bastiaan’. Dat het hier Cornelis Bastiaan Vaandrager betreft, daar ben ik altijd vanuit gegaan – het is nooit bij me opgekomen dat het gedicht niet aan Cornelis Bastiaan Vaandrager was opgedragen, want Buddingh’ en Vaandrager kenden elkaar, zaten zelfs regelmatig samen in redacties, en hadden een verwante poëtica; plus daarbij: hoeveel Cornelissen Bastiaan of Cornelis Bastiaans lopen er nou rond in literair Nederland. Geen twijfel dus, ook niet voordat ik in de ‘Aantekeningen’ bij Buddingh’ Gebundeld las over ‘I remember Clifford’:

Eerder in: Gard Sivik 6 (1962) 28 (september-oktober), p. 16.

Opgenomen in: Gedichten 1938/1970, p. 96; 5 schilderijen / 5 gedichten. Opgedragen aan Cornelis Bastiaan Vaandrager.

I remember Clifford: compositie van Benny Golson ter nagedachtenis aan de Amerikaanse jazztrompettist Clifford Brown. Simon Vinkenoog schreef bij het overlijden van Buddingh’ het gedicht ‘I remember C.B.’, voorafgegaan door het citaat: ‘maar toch, soms eensklaps, midden op straat’.

Delilah en Tenderly: jazzcomposities van Clifford Brown.

[C. Buddingh’ – Buddingh’ Gebundeld. Gedichten 1936 – 1985. Bezorgd door Wim Huijser (Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2010), p. 1038]

Terzijde:

De paginering – in de ‘Aantekeningen’ – van de eerste publicatie klopt niet, maar de vergissing is verklaarbaar: op de genoemde ‘pagina 16’ (ongenummerd, dus eigenlijk ‘pagina [16]’) begint ‘elf gedichten’, de bijdrage van Buddingh’ aan gard sivik nummer 28; pas op de vijfde bladzijde van deze bijdrage, op pagina [20] dus, staat ‘I remember Clifford’.

Terzijde 2:

Of de slordigheid van het ‘citaat’ dat volgens de ‘Aantekeningen’ bij Buddingh’ Gebundeld voorafgaat aan Vinkenoogs gedicht ‘I remember C.B.’ – ‘soms eensklaps’ in plaats van ‘soms, eensklaps’ – toe te schrijven valt aan Simon Vinkenoog of aan de bezorger van de ‘Aantekeningen’, daarover kan ik nu helaas geen uitsluitsel geven, want het genoemde gedicht staat niet in één van de (weinige) bundels van Vinkenoog die ik bezit.

Terzijde 3:

‘I remember Clifford’ in gard sivik wijkt op een aantal punten (correcter is: een spatie en twee hoofdletters) af van de versie in Buddingh’ Gebundeld – daar gaat het nu niet over, dat weet ik wel, maar voor de volledigheid wil ik het toch even genoemd hebben.

‘aan Cornelis Bastiaan’. Het waarom van die opdracht (waarom bij juist dit gedicht?) bleef me intrigeren, totdat ik stuitte – zo u wilt stiet – op een vroege novelle van Vaandrager: Muziek voor een vroege dood. De opdracht bij deze tekst luidt: ‘in memoriam Clifford Brown’. Deze novelle, de hoofdpersoon waarvan een jazzmuzikant genaamd Brownie is, in wie de oplettende lezer Clifford Brown herkent, werd weliswaar niet gebundeld, ze werd wel (verspreid) gepubliceerd. De laatste vier delen werden opgenomen, onder de auteursnaam Cor B. Vaandrager, in Van proefschrift tot communiqué. aflevering 1-2-3, december 1956. Het eerste deel verscheen later (onder de afwijkende auteursnaam Cornelis Bastiaan Vaandrager) in Vertoning. aflevering 5, maart 1957. Dit laatstgepubliceerde eerste deel werd gevolgd door een ‘redactionele mededeling’:

“Muziek voor een vroege dood” is een fragment; het is bedoeld als begin van wat in dit blad onder dezelfde titel in aflevering 1 & 2 werd gepubliceerd (blz 21-24, 26-29, 34-37, 59-64).

Hoewel uitgenodigd, het verhaal in zijn geheel te publiceren, heeft de heer Vaandrager er de voorkeur aan gegeven het begin aan te bieden aan de redactie van ‘Podium’.

Inmiddels heeft een van de redacteuren daarvan, de heer Buddingh’, de heer Vaandrager doen weten dat ‘Podium’ niet tot plaatsing kon overgaan aangezien de rest van het verhaal reeds in ‘Van  p r o e f s c h r i f t  tot  COMMUNIQUE’ was verschenen.

In het midden latend of de verklaring van de heer Buddingh’ volledig weergaf wat hij bedoelde, leek het billijk om het fragment alsnog in dit blad op te nemen.

Deze hilarisch-valse ‘redactionele mededeling’ werd geschreven door Esteban López. Althans: dat vermoed ik, want López vormde in zijn eentje de redactie van Vertoning nadat de andere redactieleden – onder wie Vaandrager – vertrokken waren na onenigheid over de te volgen redactionele lijn.

Tussen Vaandrager en Buddingh’ is het uiteindelijk helemaal goed gekomen (zo er al onenigheid was), zoals mede uit de opdracht bij ‘I remember Clifford’ kan worden afgeleid.

Of het tussen Vaandrager en López ooit weer koek en ei geworden is, daarover heb ik zo mijn twijfels.

Karel ten Haaf