Bouwstenen PS

Uw nepzakenman verbleef op het eiland Penang in Maleisië, vlak voor de kust bij de hoofdstad Kuala Lumpur, een tijdje in een lemen hut op het strand. Geen stromend water, geen sanitair en geen elektriciteit. In de ochtend waren in het zand de afdrukken te zien van de schildpadden die ’s nachts eieren hadden gelegd. Wanneer hij uitkeek over de oceaan was alleen in de verte af en toe een zeil te zien. In de ochtend kocht hij papaja’s en kokosnoten bij een stalletje in het achterland.

Nu hij zijn woning min of meer noodgedwongen heeft verlaten en zijn dagen slijt in een (schrijf)cel, begrijpt hij de aanmatigendheid van die kortstondige ‘terug-naar-de-natuur-periode’, vergelijkbaar met een directeur die voor de versterking van het teamgevoel een dagje achter de lopende band plaatsneemt. Of een hoogwaardigheidsbekleder die een paar uur vrijwilligerswerk verricht.

Elk moment kon uw hedonist namelijk terug naar zijn suite in het vijfsterrenhotel, alwaar het kingsizebed dagelijks werd verschoond, zijn kleding in een ommezien werd gewassen en gestreken en waar men de koelkast uiterst discreet aanvulde zodra hij zijn kont maar enigszins had gekeerd.

Nu zijn leef- en werkplek echt Spartaans is geworden, taalt hij absoluut niet meer naar enige luxe. Zijn bibliotheek heeft elders een mooie (zolder)plek gekregen, het meubilair is naar een kringloopwinkel gegaan en zijn archief is in het bezit van een verzamelaar. Niets lucht zo op als het zélf opruimen van je levenslange besognes.

Het dichtst bij deze lichtbepakte levensfase was uw inktslaaf eerder toen hij een jaar of wat in de bossen bij Brdy (CZ) woonde. Een eenvoudig halfhouten huis op een heuvel, een windmolentje voor de energie, een meertje met een roeiboot, een dorpje met zeven huizen, een winkel van Sinkel, een kerk en drie kroegen waar mensen uit de hele regio samenkwamen. In een dergelijke rurale omgeving wordt de dood als vanzelf laconiek. (In De tuinman van niemandsland heeft uw schrijvertje deze welhaast verdwenen wereld proberen te vatten.)

Maar hij moest zo nodig weer terug naar Nederland en kort daarna naar de Twin-Towers in New York. Waar het Amerikaanse WTC op een zekere septemberdag tot stof verging, verrees op de plek van de lemen hut op Penang een enorm toeristencomplex. Schildpadden zijn daar al decennia niet meer gezien.

Nog eenmaal valt uw inktslaaf terug op zijn oude (neven)beroep. Graag wil hij een ereschuld inlossen. Nog even vraagt hij de aandacht voor zijn aandelenactie aangaande De engel van Bordeaux. Er zijn nog enkele stukjes beschikbaar. Zelfs een Spartaan moet af en toe eten. En een beetje, en soms veel, drinken.

Guus Bauer