Omgekeerde wereld V

Oud – nieuw

Meerdere keren is uw inktslaaf de afgelopen week benaderd met vragen aangaande de door hem ingestelde literatuurprijs. Of het meer dan een grap is, en zo ja, wie er dan in de jury zit en bovenal wat er behalve de eer dan wel mee te verdienen is? Daarbij moet worden opgemerkt dat de genomineerden zich, zoals het rechtschapen auteurs betaamt, waardig stil hielden.

Het moet toch zijn opgevallen dat uw columnist een ernstig mens is. In dit geval is hij zelfs bloedserieus, tot in zijn haarvaten. Toegegeven: het idee is wellicht uit scherts geboren, een van de weinige wapens tegen de onvrede die een schrijvertje annex bespreker heeft, maar alras heeft het vaste vorm aangenomen. Een prijs voor de anderen, een prijs uitsluitend voor de inhoud.

Derhalve blijven de namen van de (vak)juryleden geheim. Op die wijze kunnen de drie vrouwen en drie mannen onbevangen oordelen. Erevoorzitter Hans van Velzen, directeur van de Openbare Bibliotheek Amsterdam en penningmeester van de Club van Eppo, zal op 8 december aanstaande in Paradiso te Amsterdam het rapport voorlezen en de 3d wisseltrofee (sic!) overhandigen.

De recensies van de genomineerde boeken worden opgenomen in de in samenwerking met de OBA uit te brengen bundel met honderd beste boeken van de laatste vijf jaar, getiteld De blauwe Bauer, met besprekingen van onder meer werk van Appelfeld, Claudel, Grossman, Hilsenrath, Knausgard, Lewinsky, Makine, Morisson, Műller, Oz, Saramago.

De winnaar mag naast Gerbrand Bakker, fijn dat de drukbezette initiaalgenoot weer eens tussen deze zinnen opduikt, de tweede Nederlandse bijdrage schrijven in een verzamelaar met korte verhalen voor de Europese Unie, waarvoor elke lidstaat een of twee auteurs afvaardigt. Graham Swift voor Engeland bijvoorbeeld en Almudena Grandes voor Spanje. Groots, me dunkt.

Terug naar het kleine maar o zo fijne heden. Althans voor even. Collega Ezra de Haan, een van de juryleden, zoals uwe loslippige reeds eerder meldde – maakt natuurlijk niet veel uit, ook hij kan frank en vrij zijn mening geven – liet een filmpje zien over de beginjaren van de hoofdstedelijke radiozender. Dikke telefoonboeken, dikke computers, slanke presentatoren. De omgekeerde wereld. Nu zijn de buiken dik en de schermen…

Platgeslagen als de portemonnee van de auteur en zeker ook van de boekhandel en bibliotheek. Uw inktslaaf komt dan ook wel voor reiskosten en een aardigheidje, het bekende flesje rood. Maar de wijn blijft nu steeds vaker achterwege. Bij de boekhandel mag je een titeltje uitzoeken en bij de uitleen en de leesclub krijg je weleens een boekenbon(netje) mee. Maar wat kies je, als thuis de recensie-exemplaren tot aan de nok reiken?

Vijfmaal In mijn vreemde land, het dagboek van Hans Fallada, geschreven in een Duitse gevangenis in 1944, om weg te geven aan de paar echte collega’s. Vanwege de lef en eigenzinnigheid die er uit spreekt. Auteur en uitgever die alle stormen trotseren. En vanwege de beschrijving van de wetenswaardigheden van een freelancer in oorlogstijd.

Hij ontdekte hoe het was om ellendig lang rond te hangen op de gang bij de redacties, om op opdrachten te azen en zoveel mogelijk regels in de wacht te slepen, hij maakte kennis met het verachtelijke gedrag van mensen die het gemaakt hadden, met hun hardnekkige boycot van een man van wie ze het idee hadden dat hij écht wat kon. Hij mocht alleen korte stukjes schrijven en kreeg nooit een fatsoenlijke kans. Hij leed meer honger dan ooit tevoren, zijn beste pak verslonsde, zijn schoenzolen waren allang zo lek als een mandje.

Wat dat aangaat is er weinig verschil tussen de tijd van de typmachien en de tablet. Maar met de beschreven heer Suhrkamp is het in eerste instantie nog wel goed gekomen. Houd moed!

Guus Bauer