Maar burgertrutten zijn we niet

Op de eerste pagina van Om het nu worden ze direct genoemd, de zaken die de levens van de personages in dit boek beheersen: bier, hasj, cokeblows, joint, pillen, poeder. Als je de pagina omslaat, lees je waarom: ‘Ik pak een biertje uit de koelkast, ga op een van de drie scharrige banken zitten roken en kijk naar buiten over aangeveegde straatjes en de stapels zielloos materiaal waarin de ambtenaren wonen.’ Aha. De welbekende afkeer van het burgerlijk bestaan. Meer zit er niet achter, althans niet bij de verteller van het verhaal.

Barry Smit (2)De hoofdpersoon en verteller in Om het nu is een jongeman die voorwendt te studeren, maar zich feitelijk bezighoudt met het telen en stelen van wiet. Hij loopt feesten af, doet mee aan georganiseerde gevechten en verplaatst zich zuipend en snuivend per auto naar allerlei plekken die hij beter kan vermijden. Daarmee begint het verhaal en daarmee eindigt het. Smit stelt zich niet veroordelend op, maar toont wel een rauwe werkelijkheid. Hij laat zijn personages hoogvliegen en afglijden, hoewel niet per se in die volgorde. Sommigen worden lachend rijk en anderen psychotisch. Spelletjes als deze speel je all in, en iedereen denkt aanvankelijk dat hij winnaar is.

Euforie, wanen, dissociatie en verlies van gevoel voor de werkelijkheid zijn bekende effecten van cokegebruik. Net als hartritmestoornissen, angstaanvallen, paranoia, ongecontroleerde spiertrekkingen, uitputting, zweten, agressie en slapeloosheid. Smit kent de verschijnselen goed en stopt ze allemaal in zijn verhaal. Hij weet ook hoe je kraken zet en plantages inricht. Wat Mercedesjes en de hondertachtigjes en de Mini 120 zijn (pillen), is hem bekend. Bovendien verstaat hij de straattaal en daar maakt hij gebruik van. De toepassing van sociolect (sociaal typerend taalgebruik) heeft meestal een realistisch effect, zo ook hier. Soms lijkt het of je een reportage volgt in plaats van een fictief verhaal.

Een gevaar van het verwerken van zo veel specifieke informatie in een roman is dat het boek alleen nog interessant is voor mensen die de gebruikte terminologie beheersen en ‘het wereldje’ kennen. Smit gaat gelukkig net niet over het randje. Behalve straattaal hanteert hij óók goedlopende zinnen waarmee hij situaties met een korte omschrijving in essentie kan treffen. Dat gebeurt niet zelden zonder humor: ‘Aan de bar zitten twee stukgezopen mannetjes gekleefd, van het soort dat nog wel eens Old Spice heeft gedronken.’ Daarnaast zijn er genoeg sterke scènes in het boek te vinden die reflecteren op de ‘normale maatschappij’. Daardoor wordt, onder andere, een al te eenzijdige oordeelsvorming over de op het criminele pad geraakte personages voorkomen. Smit keert de sociale verhoudingen soms plots om:

Voor de auto ligt een zwart-wit gevlekte kat op het korrelige asfalt. Elke ademhaling opent een forse scheur die dwars over de buik loopt. Ingewanden kruipen steeds iets verder naar buiten; de wond knipoogt langzaam. (…) ‘Jopie toch. Jopie toch.’ De vrouw kokhalst, komt overeind en loopt weer naar haar huis. De anderen houden zich stil en kijken om zich heen, terwijl de bellende vrouw naar haar mobieltje luistert. Ik zet mijn tas met brood neer en trek bij een boom een tegel uit de stoep. ‘Kijk maar even de andere kant op,’ zeg ik, en ik ram met de smalle zijkant van de tegel hard in het nekje van de kat. Iemand gilt. Ik leg de tegel terug, pak mijn tas en keer me af van de genadeloze lafheid.

In Om het nu wordt de wereld van drugs en criminaliteit in geen geval verheerlijkt, getuige de onsmakelijke, verontrustende en tot in detail beschreven effecten ervan die Smit de lezer voorschotelt. Hij maakt er ook geen zielig verhaal van: de hoofdpersoon heeft alles mee in zijn leven en de keuzes die hij maakt, maakt hij doelbewust. De jongen wil zich niet conformeren aan maatschappelijke conventies en zich losmaken van het volgens hem kleingeestige dorpse milieu waarin hij is opgegroeid. Paradoxaal genoeg bestaat zijn vrijheid uit zijn verslaving en zijn sociale kring uit maten van vroeger, met wie hij ooit een ontsporend pad insloeg dat ze zijn blijven volgen.

Marleen Nagtegaal

Barry Smit – Om het nu. Atlas Contact, Amsterdam. 160 blz. € 17,95.